
Rémi
- Ronnie Flex
30 juni jongstleden was ik bezoeker van WOO HAH! in Tilburg, Nederlands grootste hiphopfestival, en stond me te vergapen aan de slappe optredens van grote Amerikaanse rappers als Gucci Mane en Hopsin en baalde van de afzegging van belofte Lil Uzi Vert. En ondanks dat er genoeg was te beleven wat wel de moeite waard was, waren het momenten waar ik van baalde, maar waar Ronnie Flex me doorheen had kunnen helpen met zijn nieuwe album RÉMI, dat de nacht ervoor plotseling op de bekende streamingdiensten was verschenen.
In de documentaire die voor het album verscheen was al te zien dat Ronnie zich eenzaam voelde; zijn vorige album en New Wave, waarmee Top Notch begin 2015 de huidige rapgeneratie voorstelde op grootse wijze, hebben van hem een popartiest gemaakt die alle ogen op zich gericht heeft. Maar succes kent volgens hem ook een keerzijde; bijvoorbeeld vrienden die hij niet meer ziet door dat hij moet optreden of liever in de studio zit om te werken aan muziek. Alleen dus. Op RÉMI maakt Ronnie die eenzaamheid voelbaar voor zijn publiek; met soulvolle koortjes die rechtstreeks uit r&b van de late jaren negentig lijken te komen als ondergrond, komt de jonge Capellenaar hardop twijfelend over zijn band met het andere geslacht, met zinnen als ‘Hoe kan ik houden van haar? Ik kan niet eens houden van mezelf‘ en ‘Ik heb het al lang gehoord en ik steek geen stokje ervoor. Heb ik niet voor je gezorgd?‘ Het maakt van RÉMI een gelaagd album qua tekst, de replaywaarde is hoog doordat je als luisteraar echt wil ontdekken welke complexe gedachtes er in het hoofd omgaan van de uitvoerende artiest.
Pas op de tweede helft van het album komt de hitmachine in Ronnie naar boven en verdwijnt die twijfel een beetje. Met de Caribische ritmes van Come Again (een samenwerking met dat andere hitkanon, Boef) en zomerhit Energie, heeft Ronnie Flex alle dames op de dansvloer. Echter doet een track als Achteruit, dat begint met een meerstemmig koortje maar uitmondt in een bubbling-esque beat, daar helemaal niet voor onder. Met metaforische teksten als ‘Ik weet dat je alles kan zijn / je bent een prinses, geboren in een achterstandswijk‘ brengt hij een mooie lofzang aan het andere geslacht, om de track erop helemaal los te gaan op een subtropische productie die alle kanten op schiet: ‘Kan je bruine bonen goed voor me koken? Kan je jonko voor me draaien en roken?‘ En dan heb ik Opgekomen nog niet eens besproken; de absolute banger van het album, speciaal voor de fans van Ronnie’s streetsweepers als In Een Jet of zijn remix van Yung Nnelg’s Chamos. Ongetwijfeld het hoogtepunt van het album voor de hiphopliefhebber, tussen de swingende Caribische sounds in.
Het toont de veelzijdigheid van Ronnie, die met eerlijke, oprechte muziek zowel de straat als de radio bedient, laatstgenoemde iets meer dan eerstgenoemde. De rondspringende tiener die op drukke bliepjesproducties stond te raggen is verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een eerlijke en gedreven muzikant, die niet schroomt om zijn meeslepende verhaal te vertellen aan zijn luisteraars door middel van abstracte teksten op catchy melodieën.