Laatst zag ik op tv iemand die een gitaar had aangeschaft en het was in zijn ogen heel normaal dat je als gitarist gitaren verzamelt. “Nietwaar Nico”, zei hij en Nico beaamde het, want heeft er zelf 58 in bezit, weliswaar in een opslag op een bedrijventerrein maar toch.
Soms zie ik wel eens bands met gitaarrekken, dat zal je bij een punkband niet snel zien of het moet Green Day betreffen maar daar zijn de meningen over verdeeld. Of dat een punkband is.
In mijn band ben ik vooral op zoek naar het juiste geluid, dat valt niet mee want ik moet minstens net zo hard staan als de andere gitarist en die speelt met oordopjes. Eerst het volume dan, ook goed. Heb ik eenmaal het goede geluid gevonden dan moet het nog door mijn effectenpedaaltje. Welke gitaar je daar ook instopt, er komt een enorme bak herrie uit en dat blijkt dan telkens weer precies mijn geluid te zijn.
Zo heb ik zelf een gitaar in elkaar geknutseld, een Telecaster, want daar speelde mijn gitaarheld Andy Summers van The Police Message In A Bottle mee, de beste riff ooit gemaakt. Als ik eenmaal zo’n gitaar heb dan komen die riffs er vanzelf uit rollen, denk ik.
Vroeger wilde ik spelen als Hendrix dus kocht ik een Stratocaster. Ik werd niet direct Jimi genoemd door mijn omgeving maar nu is alles anders, nu speel ik in een band. Met mijn nieuwe gitaar en mijn nieuwe geluid komt alles bij elkaar en klinken we als band nog vetter. Als ik de piepende geluiden uit mijn versterker probeer te analyseren met mijn medegitarist begint de drummer steevast te draaien met zijn stokjes.
Hij is die gitaristenpraat wel eens zat denk ik, want net als wij over de juiste knoppen, effecten en snoeren beginnen, gaat hij even warm trommelen. Op zijn allerhardst en met zoveel mogelijk toms, bekkens, hi hats, kicks en snareroffels tegelijk. Vol verwondering kijken we elkaar dan aan en proberen we met handgebaren verder te discussiëren maar dat geven we al snel op. Al lachend zetten we de versterkers aan, wisselen wat blikken uit en denken we simultaan ”wij kunnen toch veel harder”.
Onze zangeres/bassiste/bandleider lacht ons dan even smalend toe en ik zie haar denken ‘gitaristen……zucht’.
Wordt vervolgd.
Richard Rotteveel maakt Glampunk met Helleveeg en Nederstoner met Zombie Waiste. Dagboek van een band is een soapcolumn met twee dikke knipogen en veel herkenbare situaties voor de doorsnee muzikant. Het beschrijft de perikelen van de Leidse band Helleveeg en legt ze langs de meetlat van de gemiddelde wereldartiest. Onder de naam Riesrot schrijft hij verhaaltjes, columns of blogs, vaak voetbal of muziek gerelateerd en te vinden op zijn website