1 februari 2016
•
Concerten
•
Edwin Wendt
Quite Quiet is de naam van het muziekfestival dat regelmatig wordt gehouden in Rotterdam, Delft of Leiden. Het is tevens de naam van het platenlabel dat Peter Jessen en Vera Jessen Jührend hebben opgezet samen met Hans van der Maas.
Quite Quiet – ‘nogal stil’ – is ook de beste omschrijving van zowel de concerten als de platen van Sommerhus, zoals Vera en Peter zich al enkele jaren noemen. Verstilling is er het toverwoord. Allereerst bracht Vera twee albums uit onder haar eigen naam. Op beide drukte Peter Jessen al een belangrijk stempel. Hierop besloot het tweetal, dat elkaar ook in de liefde ‘vond’, dat een volgende plaat, in 2013, geen soloplaat van Vera meer moest zijn. Sommerhus werd de gezamenlijke noemer, een naam afgeleid van hun vakantiehuis in Denemarken, waar veel van Peter’s familie woont. Daar werd ook een groot deel van het nieuwe album Is There Such A Thing As Too Much Love opgenomen.
Een week voor de release hebben vrienden, familieleden en liefhebbers zich op de laatste zondag van januari verzameld in kapsalon L.O.K. XL. Tussen de kapstoelen en spiegels in de Rotterdamse Pannekoekstraat zijn wel vaker optredens gegeven, maar Peter en Vera staan hier voor het eerst. Het gezellige geroezemoes verstomd als vanzelf, zodra albumopener Tideless wordt ingezet, Peter de strijkstok over de snaren van zijn contrabas laat glijden en Vera subtiel de snaren van haar akoestische gitaar aanraakt.
‘In a tideless ocean of trust
Not one drop of emotion gets lost’
zingt het tweetal vervolgens in perfecte harmonie.
Dat muziek moet kunnen ademen, is een breed gedragen visie onder muzikanten én muziekliefhebbers. Een niet al te volgepropt arrangement (‘We hebben nog wat ruimte op spoor 23, daar kan nog wel een keyboardpartijtje’) kan daarbij helpen. Muziek gaat ook ‘leven’ doordat de muzikanten niet bang zijn voor de stilte. Dat waren ‘de Jessen’s‘ toch al niet, in hun nieuwste werk gaan ze nog een stap verder. Elf songs van de veertien op het nieuwe album speelt het duo in L.O.K. XL, maar in feite zijn het drie ‘blokken’ van bijna een kwartier elk, waarin de toeschouwer én luisteraar als vanzelf de adem inhoudt om met Sommerhus mee te gaan op reis naar de stilte.
Op zich is duidelijk te horen waar On Returning stopt en Ophelia begint, maar dankzij de soepele muzikale overgang die Peter en Vera creëren, worden de afzonderlijke nummers één geheel. Belangrijker nog is dat zij met mimiek en lichaamstaal afdwingen dat de boog nog enkele minuten langer gespannen blijft. Des te overdonderend is het applaus als het duo na vijf nummers haar gehoor even op adem laat komen.
Er worden wat namen genoemd van mensen die Sommerhus als geheel of bij deze plaat in het bijzonder hebben geholpen, maar liever dan te praten, maken Vera en Peter muziek, vertellen ze. Het is niet de enige reden dat de nummers van de nieuwe plaat ook op het podium in elkaar overlopen.
Al tijdens de Operadagen Rotterdam vorig voorjaar, merkten ze dat ze hun publiek langer konden vasthouden dan de geijkte vier minuten van een popliedje.
In de kapsalon lukt dat ook. Zelfs potentiële stoorzenders als de door Vera en Peter zelf meegebrachte ‘Sommerhond’, die driftig kwispelend en tegen benen aan springend door de kapsalon trippelt, en het 3-jarig zoontje van een bezoeker dat hier zijn eerste concert ooit meemaakt, weten het publiek in L.O.K. niet uit de concentratie te halen.
De lakmoesproef is Nancy’s Wish, het nummer dat eind vorig jaar al als ‘teaser’ voor het nieuwe album naar buiten werd gebracht. De reis naar stilte vindt een climax in een steeds luider gezongen, nee bijna geschreeuwd ‘Silence!’ door Vera. Met de laatste ‘SILENCE!’ eindigt ook dit nummer.
De stilte na dit nummer duurt altijd wel een seconde of twee, weet Vera van eerdere optredens. In L.O.K. houdt het publiek wel vier seconden de adem in voordat de stilte definitief wordt verbroken.
Is There Such A Thing As Too Much Love? Natuurlijk is er nooit teveel liefde. Peter en Vera besluiten het optreden met een innige kus en voelen dat ook hun publiek hen in het hart sluit.
tekst: Edwin Wendt
beeld: Linda Kreuzen