Maandag 30 september vond de Meet The Pro-sessie plaats in het Keiledistrict, de creatieve broedplaats in het Westen van Rotterdam voor kunst, muziek en alles wat daarmee te maken heeft. Popunie was te gast in de studio van Okapi Recordings. Een prachtige, recent verbouwde, studio met een heerlijke opnameruimte en een arsenaal aan analoog materiaal om je vingers bij af te likken.
Likken, dat brengt me via De Likt bij de moderator van dit panel, namelijk: Budy Mokoginta van Mokosound. Budy mixt o.a. het werk van De Likt, vandaar dit bruggetje.
Deze Rotterdamse legende heeft in het verleden o.a. als producer en talentontwikkelaar bij Sony gewerkt en heeft zijn muzikale sporen verder dik verdiend door het werk van verschillende Nederlandse artiesten te produceren, mixen en (soms) te masteren. Budy heeft met zijn veelzijdige ervaring kennis over de verschillende aspecten van het opnameproces veel interessants te vertellen aan het publiek. Budy is dus de moderator van het panel, maar wie zijn dan de gasten?
Eerste gast/pro van vanavond is Renzo van Riemsdijk. Renzo heeft al een lange geschiedenis met muziek: vanuit het studeren van gitaar op het Rotterdams conservatorium via mix- en master klussen, is hij uiteindelijk in 2015 zelf begonnen met zijn eigen mastering-bedrijf: Masterenzo Mastering.
Hierbij heeft hij puur de focus op mastering, waardoor Renzo helemaal op zijn plek zit: niet allemaal verschillende sporen om eindeloos te kunnen tweaken, maar lekker de diepte ingaan met dat ene eindspoor om dat product door mastering nóg beter uit de verf te laten komen. In deze rol heeft Renzo o.a. samengewerkt met Gery Mendes, Simon Stokvis en The Legendary Orchestra Of Love.
De tweede gast/pro van vanavond is Rogier Hemmes. Rogier is tevens mede-eigenaar van de studio waar we vanavond te gast zijn: Okapi Recordings. Via een studie basgitaar op het conservatorium en een tweede opleiding als sound engineer is hij door veel verschillende klussen te doen, steeds verder in het vak als producer gerold. In die rol komt voor Rogier alles samen: technische kennis, muzikale kennis en de emotionele kennis om het beste in de muzikanten naar boven te kunnen laten brengen! Rogier heeft o.a. met Ronnie Flex en Linda Kreuzen gewerkt.
Een veelzijdig, maar toch erg gespecialiseerd panel, allen woonachtig in Rotterdam. De sessie van vanavond was iets praktischer ingesteld dan voorgaande. Zo is het panel, samen met de bezoekers flink de diepte ingegaan door de originele losse sporen van Marvin Gaye’s Heard it through the Grapevine opnieuw te mixen. Erg interessant, maar moeilijk in een verslag onder woorden te brengen. Lees hieronder dus vooral een aantal van de tips, tricks en inzichten terug die mij van deze avond zijn bijgebleven.
De sessie is grofweg ingedeeld in drie delen: Recording, Editing en Mastering, met als algemeen, overkoepelend thema van de avond: ga je voor D.I.Y. (Do It Yourself), of ga je voor G.S.E.T.D.I. (Get Someone Else To Do It)?
1. Recording
Het panel wordt geopend door Budy met de vraag aan het publiek: Wie weet er wat ‘rode knoppen’-angst is? Daarmee wordt bedoeld; het moment dat je gaat opnemen en dat het precies op dat moment niet meer lukt.
Als dit gebeurt, dan wil je meestal te graag, waardoor het juist niet meer lukt. Focus dan meer op de intentie om het over te laten komen, in plaats van het goed willen doen. Besef dat dit belangrijker is dan goed gevonden te worden.
Hoe kan je ervoor zorgen dat als je extern gaat opnemen, dat het dan net zo lekker gaat als dat je thuis zit?
Hierin is voorbereiding ‘key’. Voorbereiden wat je in de studio gaat doen en dan niet alleen het muzikale stuk maar ook de ervaring in het geheel, van het gaan opnemen. Dus dat je naar de studio gaat en dat je, als onderdeel van het grote geheel, jouw partij zo goed mogelijk gaat neerzetten.
Heb je als artiest/band Iemand nodig die met jou/de band spart over ideeën en aanpak?
Rogier: “Sommige bands die hier binnenkomen hebben totaal geen besef van wat de anderen in de band aan het spelen zijn”. Daarom neemt Rogier meestal als eerste de stap om de hele band in één keer op te nemen, om dat daarna samen meteen te gaan beluisteren: weet iedereen wel wat iedereen aan het spelen is? Op die manier wordt snel bij iedereen de juiste snaar geraakt op welk niveau je moet werken om het meeste uit een opnameproces te halen.
Sommige bands maken ook al een pre-productie, voordat ze überhaupt naar de studio gaan; ook dat helpt al heel veel om het maximale uit je studio-tijd te halen. Bands die daar de tijd voor hebben genomen, hebben over het algemeen een veel beter beeld over wat ze aan het doen zijn.
Zang duurt vrijwel altijd een stuk langer om op te nemen dan andere instrumenten. Ga hier dus ook van tevoren vanuit, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Het blijkt namelijk toch een stukje lastiger om te presteren als het geluid vanuit jezelf moet komen dan vanuit een extern instrument. Om het beste uit de zang te halen, daar gaat dan ook de meeste tijd in zitten.
Los van de techniek, gaat een opnameproces ook over de groepsdynamiek en sociaal-emotionele kennis. Rogier geeft aan dat techniek (hoe microfoons op te stellen etc.) altijd te leren valt, maar dat iemand op zijn gemak laten voelen een heel ander verhaal is. Budy: “Als je onzeker wordt, dan stoppen je hersenen met werken, zo werkt het gewoon”. Een goede producer weet de techniek met het sociale aspect tot in de puntjes te beheersen en te combineren.
2. Editing
Editen wordt vaak gezien als ‘het herstellen van foutjes’, maar het panel is het daar niet mee eens. Renzo geeft aan dat die foutjes soms juist zo mooi kunnen zijn en een nummer juist levend maken. Ook kan editen een creatief proces op zichzelf zijn, waarin je weer op totaal andere ideeën komt, die je nooit in de rol als muzikant had kunnen bedenken of überhaupt had kunnen spelen.
In het algemeen vindt het panel: als je gaat editen om te ‘fixen’, dan is het einde zoek, maar als je gaat editen voor ‘creativiteit, dan kan het interessant zijn en juist nieuwe deuren openen.
Je verliezen in details, dat is iets waar vrijwel elke muzikant die ooit iets heeft opgenomen zich wel in kan herkennen. Hoe dit te voorkomen?
Een gouden tip voor wanneer je merkt dat je af en toe verzuipt in details tijdens het editen is: zet een timer voor 5 minuten en doe dan het aller, aller, allerbelangrijkste. Besef altijd dat je oren na 10 seconden alweer compleet gewend zijn aan het geluid dat je hoort, dus dat je na een bepaalde tijd niet meer objectief kan handelen en dus beter pauze kunt nemen.
Besef ook dat de gemiddelde aandachtsspanne voor echte focus rond het kwartier ligt. Om het kwartier 5 minuten pauze en weer gefocust door is dus zeker een goed idee!
Hoe ga je om met het vervullen van een dubbelrol tijdens het opnameproces?
Hiermee wordt bedoeld dat je tegelijkertijd de artiest- en producer bent. Over het algemeen geldt ook hiervoor: als het je energie kost, dan moet je het niet doen. Kies dan één van de twee rollen en ga daar volledig voor, want anders zal het je uiteindelijk teveel blokkeren. Zoek een ander die je kan helpen bij die andere rol.
Ook kan het helpen om voor jezelf een aantal regels op te stellen. Zo werkt Budy heel strikt met bepaalde kaders, als een soort waterval-principe: “Als ik ga mixen, ga ik niet produceren en neem ik dus geen enkele productie-beslissing. Dat moet daarvoor al lang en breed gedaan zijn. Als er iets mis blijkt te zijn met de productie, dan moet het project terug naar de productiefase”.
Na de pauze ging het panel samen met de gasten aan de slag met de mix van Marvin Gaye. Hieronder een aantal bevindingen die me hiervan zijn bijgebleven:
Als je een equalizer (eq) harder zet, dan zet je eigenlijk het volume harder. En harder, dat is voor je gevoel (helaas) altijd beter. Zet dus altijd het volume ná een aanpassing met net zoveel db’s terug (doe dit wel op gehoor, metertjes en getallen zeggen ook hier niet altijd alles) als dat het vóór de aanpassing was. Dit werkt ook zo met saturators etc. Alles wat uiteindelijk meer volume heeft gekregen moet je terugzetten met hetzelfde aantal aan decibels om objectief te kunnen oordelen of het wel een verbetering is.
Compressor: was origineel bedoeld om de andere instrumenten meer lucht/ruimte te geven. Je beperkt de dynamiek van het instrument. Wordt nu heel anders gebruikt, maar zeer nuttig om dit oorspronkelijke principe in je achterhoofd te houden.
Distortion: maakt dingen harder zonder dat ze harder worden. Maakt dingen meer opdringerig en is dus een nuttige manier om bepaalde elementen in een mix er beter uit te laten springen. Met een kleine, subtiele delay plak je als het ware een kleine akoestiek achter een instrument. Zo geef je dat element een betere plek geeft in de mix.
Kort de stappen die zijn doorlopen tijdens het mixen van de sporen:
- Eerst een goede balans zoeken.
- Daarna balans tussen hoog en laag egaal maken.
- Daarna compressor op de drums, voor meer ruimte voor de drums.
- Distortion op de drums = brutalere drums zonder dat ze harder worden.
- Dingen pannen, om ruimte te creëren.
- Kleine delay en reverb om bepaalde elementen meer ruimte te geven.
- Flanger/phaser subtiel gebruiken. Niet zodat je het hoort, maar wel zodat je hersenen zich er onbewust op blijven scherpstellen.
3. Mastering
Mastering is de laatste fase van het opnameproces, voordat het naar de pers (of stream) gaat. De master werkt als een vergrootglas op de mix. Het maakt de mooie dingen meer onderscheidend, maar helaas óók de minder mooie dingen een stuk duidelijker.
Het vergrootglas van de master snijdt dus aan twee kanten: al het goede wordt mooier, maar al het slechte wordt ook slechter. Daarom is een goede mix van essentieel belang als sterk fundament voor een goede master.
Het doel van mastering is dat het moet vertalen. Wat de artiest heeft gemaakt én hoe de artiest het bedoeld heeft; : dat moet optimaal vertaald worden naar de buitenwereld, zodat het overal net zo goed tot zijn recht komt.
Zie het als een website die op elk scherm goed moet worden weergegeven: op je telefoon, maar ook op je laptop en zelfs op je oma’s Windows 95 desktop. Zo werkt een master voor de muziek. Dus het moet ‘compatible’ zijn voor alle verschillende devices.
Mastering is bijvoorbeeld heel belangrijk voor het laag: lage frequenties zijn hele moeilijke frequenties voor kleine ruimtes. De golven zijn langer, waardoor ze anders kaatsen en waardoor je in je thuis bepaalde keuzes maakt die niet in elke ruimte zo hoeven uit te pakken.
Let op met teveel ‘panning’ (het link-of rechts plaatsen van instrumenten in de mix). Als je het ‘breder’ gaat maken, dan ga je ook meteen weer informatie van het midden verplaatsen, terwijl het midden tegenwoordig erg belangrijk is.
Let ook op dat tegenwoordig het merendeel van de mensen muziek luistert op zijn/haar telefoon. Combineer dit met het feit dat telefoon een mono luister-ervaring geeft en je begrijpt waarom dat teveel ‘pannen’ ook problemen met zich mee kan brengen.
Renzo: “Ik vraag altijd bij het begin van een project: wat wil je? Want je kan met een master-proces alle kanten op, maar het is de bedoeling dat ik de kant van de artiest op ga“. Hoe de artiest het bedoeld heeft en dat beter uit de verf laten komen, dus. Referentietracks zijn hierin ook erg belangrijk.
Vaak worden er een aantal tracks gebruikt om tijdens de sessie af en toe naar te kunnen luisteren. Niet om te kopiëren, maar meer om je als mixer/masteraar eraan te herinneren welke richting de artiest op wilt.
Toen was het ineens al 22.30 uur en tijd om er een einde aan te breien. Er werd nog wat geborreld, genetwerkt en nagepraat over deze interessante en afwijkende Meet The Pro sessie. Voor herhaling vatbaar als je het mij vraagt!