Popunie Music Support Rotterdam: Niets Helemaal Zoals Dit @ WORM

Media flyers _000123 mei zet WORM Nederlandse hiphop weer in het zonnetje, maar dan net even anders dan normaal. Op deze avond zullen er verschillende vormen van hiphop te horen zijn. Van rijmen in zijn puurste vorm naar groovende hiphop verzorgd door een live band. De avond word afgesloten met een knetterharde dubstep set door een van de grondleggers van Hybrid Kids: Jahua.

Jahua is zeker geen onbekende van WORM en heeft hier meerdere malen de tent compleet afgebroken. Zo ook Hrtz in Bibelot, 50HURTZ Melkweg en Impulse in Berlijn. Iedere woensdagavond host hij dubstep radio op Access FM. Hij houdt persoonlijk meer van de duistere vormen van dubstep, dus bereid je voor op een diepe bass sound waar je “U” tegen zegt. Tussen de acts door draait hij hiphop uit de oude doos.

Dichter, die onlangs in een uitverkochte Rotown het voorprogramma verzorgde van Sticks en Moon, heeft zijn naam in de Rotterdamse hiphop scene al meer dan waargemaakt. Eind 2009 bracht Dichter samen met Charoon (Ruben Koster) zijn eerste ep uit genaamd Leren Luisteren (dat afgemixt werd door G-Boah). Leren Luisteren wordt goed ontvangen en er zijn lovende recensies te lezen van magazines zoals LiveXS, Roar E-zine en Popunie. Leren Luisteren is vooral poëtische en volwassen hiphop en heeft hij wat weg van Typhoon.Vooral de manier waarop de Dichter zijn raps laat klinken is als het ware de poetische vorm van hiphop. Hierdoor is hij helemaal thuis op ‘Niets helemaal zoals dit’ want niets is helemaal zoals hij.
Dichter is in 2013 één van de tien uitverkoren Popunie Live acts, die een jaar lang in het zonnetje gezet worden ter promotie en ter stimulering van hun carrière. In dit kader neemt Dichter later dit jaar o.a. een Re:VERSION clip op.

De headliner deze avond is GraaGedaan. Deze band brengt hiphop en rock samen. Met invloeden van Opgezwolle en Limp Bizkit is dit de crossover act die je gezien moet hebben. De frontman Ricardo, ook wel bekend als ‘Dikke Rik’ van hiphop crew Dikke Vandalen, heeft in 2010 zijn plek gevonden bij GraaGedaan. Zijn teksten zijn serieus met een licht cynische ondertoon.

Media flyers

Met nummers als Vuur en Geboren geeft hij het publiek een kijkje in de waanzin der mens. Zowel de Mezz (Breda), Kroepoekfabriek (Vlaardingen) en WATT (Rotterdam) heeft deze band al eens vaker op het programma gehad. GraaGedaan is bezig met hun eerste ep die eind mei zal uitkomen.

Dit optreden wordt mede gefinancierd door Popunie Music Support Rotterdam

Extra informatie
Datum: Donderdag 23 mei
Locatie: WORM, Boomgaardsstraat 71, Rotterdam
Aanvang: 20:30 uur
Entree: 3 euro (vvk) / Deur: 4 euro

Nodig hier je vrienden uit en voor meer informatie bezoek je de website van WORM.

Wolf In Loveland

Wolf in LovelandWolf In Loveland
cd- / download-album
singer/songwriter / folkpop

“When I listen to Bob Dylan, hear his lines about being free, I kinda wish that I could be him but more than that I want to be me.” Deze tekst uit het nummer On The Road op het self-titled debuutalbum van de Rotterdamse folkpopband Wolf In Loveland, verwoordt voor mij de kern van het album.

Wolf In Loveland is een enigszins flexibele formatie die zich opstelt rondom en in dienst van de liedjes van frontman Jan Minnaard. Hij begon, geïnspireerd door een gebroken hart en door de platen van onder andere Bob Dylan en Neil Young die zijn vader draaide, op zijn zestiende met het schrijven van liedjes. Zijn vroege pogingen om ‘poëtisch te zijn’ waren niet altijd even geslaagd, vertelt hij met een volwassen zelfspot in een interview met Codarts Magazine: “Aan de teksten die ik als 16-jarige schreef, veelal over de natuur en dromen, was geen touw vast te knopen.”

De stand van zaken vier jaar later, in 2012: Jan is derdejaars student Songwriting op de popafdeling van Codarts Rotterdam, en ontmoet daar de bandleden waarmee hij de Grote Prijs van Zuid-Holland wint. Plannen worden gesmeed voor een debuutalbum en professionele promotie, en inmiddels is de tijd gekomen om te kunnen genieten van het resultaat.

Ik hoor in de teksten van Wolf in Loveland een echo van Adam Duritz, leadzanger van The Counting Crows, die in Mr. Jones een dergelijke uitroep doet als Minnaard: “I wanna be Bob Dylan, Mr. Jones wishes he was someone just a little more funky”. Het vermengen van gedetailleerd concrete situaties en het letterlijk noemen van persoons- en plaatsnamen met meer abstracte filosofische gedachten, hebben Duritz en Minnaard waarschijnlijk allebei geleerd van Dylan. Waar Duritz vooral iconische beelden van Amerikaanse landschappen en gebouwen oproept, schetst Minnaard wat voor indruk Canada op hem heeft gemaakt. De vocale sound van Minnaard, over het algemeen laid-back, laag en fluweelzacht maar met hier en daar een pijnlijk snerpende uithaal die vanuit de tenen komt, lijkt veel meer op Duritz dan op Dylan. Mij (voormalig CC-fan) hoor je niet klagen.




Wolf In Loveland – Every Corner, Every Bend

Oee, iconisch is het wel, en daarmee een beetje clichématig. Maar dat krijg je al gauw in de folk. Deze muziekstijl draagt een tegenstrijdigheid in zich: enerzijds zet het zich met de nadruk op authenticiteit en eigenheid af tegen commerciële stijlen, maar anderzijds weegt kennis van en respect voor ‘de voorgangers’ zo zwaar mee dat veel cd’s worden geproduceerd volgens een vaste formule van muzikale en tekstuele clichés. Positiever verwoord heet dit ‘stijleigen’.

Nu we er in de geschiedenis al enkele folkrevivals op hebben zitten, en de scherpe politieke randjes er vanaf zijn, zoeken folkartiesten over de hele wereld naar wat zij nog toe te voegen hebben aan het oeuvre van Dylan, Young, Guthrie, Seeger en aan de componisten van ’traditionals’ die door de tand des tijds tot anonimiteit zijn veroordeeld. Voor een Nederlander is het nog een tandje moeilijker om zich als folkartiest echt te onderscheiden, omdat hij niet alleen probeert zijn gedachten te verwoorden in een taal die niet zijn moedertaal is, maar omdat hij zich feitelijk een hele andere cultuur toeëigent.

Dat het gelukt is om deze stijleigen sound te produceren in de opnamestudio van Codarts, de Hogeschool van de Kunsten in Rotterdam waar geen afdeling folk of Americana is, vind ik te prijzen. Alle instrumentale lagen zijn vakkundig ingespeeld en de mix klinkt lekker. Zeker geen overdreven poppy sound of effecten waar ze niet thuishoren. Het kraakje van een stoel aan het eind van Tattoos #1 en één klein foutje in de gitaarpartij dat me ergens opviel zou je kunnen toeschrijven aan tijdgebrek of slordigheid, maar ik vind dat juist wel charmant in een opname van een folkband.

Ik heb veel bewondering voor de manier waarop Minnaard op zijn jonge leeftijd omgaat met het dilemma van de ontheemde folkie die, met respect voor zijn inspirators, op zoek gaat naar zichzelf. Hoewel het komen en gaan van de liefde het hoofdonderwerp is worden de verschillende aspecten van deze zoektocht zo zorgvuldig uitgewerkt dat alle tracks op de cd een eigen gezicht hebben. De volgorde van de nummers sluit goed aan bij de spanningsboog van de luisteraar: na het positieve en luchtige openingsnummer Nothing At All trekt elk lied je een stapje verder mee in het hoofd van de dichter.

Net als in het echte leven kunnen er denkbeeldige combinaties tussen songs worden gemaakt die beide zijden van de medaille presenteren: zo is Tattoos #2 de troost voor de zanger die nog smoorverliefd was in Tattoos #1, maar zie ik ook Warriors Of A Higher Love met zijn aanmoediging van de ridderlijke liefde als de tegenpool van Truth Be Told, het nummer dat door de stoere en platte taal een vreemde eend in de bijt is tussen alle poëtische mijmeringen. Muzikaal is de vreemde eend in de bijt de instrumentale reprise van Warriors Of A Higher Love die er op driekwart van het album met grof geweld ineens insnijdt, maar als mijn vermoeden klopt dat dit een aubade is aan de ‘electric controversy’ van Bob Dylan op het Newport Folkfestival in 1965 dan past dit precies in het plaatje.

Hoewel sommige zinnen, zoals “We’ll just keep driving while the sun is setting slow” balanceren op het randje tussen ‘poëtisch en origineel verwoord’ en ‘gewoon grammaticaal onjuist’ (het zou “slowly setting” moeten zijn), ben ik behoorlijk onder de indruk van de teksten van Minnaard. De nuchterheid waarmee hij zijn ontwikkeling als songwriter, in interviews maar ook in zijn teksten zelf met de openheid van de verwijzing naar Bob Dylan en de veranderlijkheid van emoties en gedachten, maakt dat de teksten niet pretentieus overkomen. Wolf in Loveland is geen stel groentjes dat ons eens even gaat vertellen hoe de wereld werkt; ze proberen ons de wereld te laten zien door hun ogen, die net als een rivier elke dag anders is. En als de band “every corner, every bend” van de rivier volgt, ontwikkelen ze misschien wel die unieke Nederlandse folksound waar we sinds de jaren zeventig op wachten…