22 oktober 2018
•
Columns
•
Maaike van Steenis
Zangeres Sarah is al een tijd ontevreden over haar carrière. Na het winnen van Kunstbende zag alles er veelbelovend uit. Maar nu zit ze voor haar gevoel vast. Ze heeft soms een optreden in een cafeetje of op een klein festival. Het kabbelt maar een beetje voort.
Een aantal jaren terug had ze grote dromen. Een album uitbrengen. Op grote festivals staan. Tekenen bij een label. Een interview in een muziekmagazine. Op het moment lijken die dromen veel verder weg. Tijdens het coachingsgesprek vraag ik Sarah welke stappen ze zoal heeft ondernomen om vooruit te komen in haar werk. Hoe vaak treedt ze op? Hoe kwamen die gigs op haar pad? Heeft ze podia aangeschreven en wat voor reactie kreeg ze toen.
Een diepe frons verschijnt op Sarah’s voorhoofd. “Nee, ik heb ze nog niet benaderd. Ik wilde eerst mijn website updaten. Want anders kijken ze op mijn site en staan daar geen nummers op die representatief zijn voor wat ik nu maak.” “Maar waarom is je site nog niet op orde dan?” vraag ik haar. “Als dat is wat je tegen houdt, zou ik dat maar eens in orde maken”.
Maar voor het bijwerken van haar website heeft Sarah eerst betere foto’s nodig. En eigenlijk wil ze ook eerst een paar nummers afmaken, zodat ze die ook kan toevoegen. Daarvoor moet ze dan weer de studio in. En om daarvoor te oefenen wil ze eerst haar piano nog laten stemmen.
Het is me duidelijk. Sarah lijdt aan het ‘Maar-ik-moet-eerst-syndroom’. Ze komt niet in actie, omdat ze zichzelf wijs maakt dat ze eerst iets anders moet doen voordat ze stappen kan zetten.
Inderdaad, ze maakt het zichzelf wijs. Want de werkelijke reden is van een hele andere aard. Eigenlijk is ze gewoon heel bang voor een afwijzing. Ze verzint steeds een reden om niet in actie te hoeven komen. Zodat ze hetgeen dat ze zo eng vindt (het benaderen van podia, labels of muziekmagazines) kan vermijden.
Als ik haar wijs op dit patroon, is ze even stil. “Zo had ik er nog nooit naar gekeken. Er zit denk ik wel een kern van waarheid in”.
“Maar weet je wat het suffe is?” vraag ik haar. “Je bent bang om afgewezen te worden, maar eigenlijk wijs je jezelf nu af. Doordat je niet in beweging komt, gebeurt er namelijk precies wat je zo hard probeert te vermijden. Je krijgt die gig of dat interview niet. Eigenlijk heb je dus niets te verliezen. Je kunt er immers alleen maar op vooruit gaan als je het wel probeert.”
Sarah zet haar schouders recht. “Dat is ook zo, het is de hoogste tijd om in beweging te komen” zegt ze vastbesloten. “Ik ga ervoor!”