Waarom zanger Rinus geen subsidie krijgt

mark-lotterman

Ergens deze maand las ik een artikel op The Post Online. Soms kom ik daar om te snuffelen aan het rechtse gedachtegoed; even mijn neus tussen de conservatieve tieten steken, hard mijn hoofd schudden, om na een flinke hap lucht weer snel een duik te nemen in mijn progressieve bubbelbad.

Ik las er een artikel over kunstbeleid. Over hoe het postmodernisme de weg heeft geplaveid voor de Islam. En lelijke stampmuziek, dat was ook kut.
De overheid moest maar snel de ouderwetse esthetiek omarmen: mooie, klassieke muziek, zoals Mozart en Bach (dat zou de Moslims vast wegjagen!). Moderne kunstvormen moesten ontmoedigd worden.

Even werd ik boos. Het ís ook een angstaanjagend domme redenatie: als we maar de muziek van vroeger gaan maken, wordt het vast weer als vroeger. Vroeger was namelijk beter; neem de crisis van de jaren 30, de oorlog in de jaren 40 en het onder-het-dekbed-rukken van de jaren 50.
Buiten dat, de overheid die de kunst een richting op stuurt? Het woord fascisme lag als een druppel spuug op mijn lip klaar om het comment-blok onder het artikel te bevochtigen.

En toen ineens dacht ik; maar wacht eens even Mark Lotterman, wacht eens even! Ineens kwam daar een herinnering naar boven van een avond in WORM. Ik was daar bij een talkshow over de Witte de With-straat, de ‘artsy-straat’ in Rotterdam. Er werd gesproken over wat er de komende maand allemaal te zien zou zijn.

Ik zat daar een beetje met mijn hand in mijn boxer te dutten op de achterste rij, toen ineens de baas van een grote galerie begon te beunhazen over Lage en Hoge kunst. Het ging over Jacques Herb. Op de een of andere manier was gekke Jacques onderdeel geworden van een heuse hoge-kunst-tentoonstelling. De vrouw van de galerie vond het “prachtig hoe hoge en lage kunst samenkwamen”.

Ik schrok wakker, mijn piemel plopte mijn onderbuik in, en ik zocht snel naar iets om naar het hoofd van de mevrouw te gooien.

Toen ik zo een beetje aan het herinneren was, besefte ik ineens dat het natuurlijk al lang zo is dat overheden en fondsen bepalen wat dan wel de goede kunst is. Welke muziek vooruitstrevend genoeg is om geld te krijgen. Zou bijvoorbeeld Zanger Rinus ooit kans maken op een ‘werkbijdrage muziekauteur’ van Fonds Podiumkunsten?




Je kan beargumenteren dat hij daar geen recht op heeft omdat zijn werk te weinig kwaliteit heeft als je dat zou vergelijken met bijvoorbeeld Bach. Op zich een goed verhaal. Maar als je deze uitersten nou eens steeds een stapje dichterbij elkaar trekt zou je uiteindelijk moeten kiezen tussen twee artiesten van vrijwel hetzelfde niveau. Daarom stond ik ook zo te kijken van de Lage en Hoge kunst redenazi van de mevrouw. Dat impliceert namelijk een absolute grens.
Dat die grens tussen Jacques Herb en de Witte de With misschien duidelijk is, is lekker makkelijk. Maar zou zij die grens ook durven trekken als de uitersten dichter bij elkaar komen? Dat ze op een gegeven moment moet kiezen tussen haar twee beste mixed-media vriendinnen.

De grens bestaat dus niet. Objectief gezien is iedereen van hetzelfde niveau. Zanger Rinus en Bach, Chopin en Nielson. En ja, zelfs The Beatles moeten we serieus nemen.

De subsidiecommissies kunnen pagina’s vollullen met onderbouwingen, maar de enige écht legitieme onderbouwing zou toeval zijn: lootjes trekken. Omdat de toch al zo boze belastingbetaler wel wil weten waar de centjes naartoe gaan worden er smoesjes bedacht als: “vooruitstrevend”, “belangrijk voor het Nederlands cultuurlandschap” of “vernieuwend”. Alles om maar uit te kunnen leggen waarom Zanger Rinus geen recht heeft op een ‘werkbijdrage muziekauteur’. Nee, met smaak heeft dat niets te maken. Rinus heeft geen plan! Je moet een plan hebben!
Ik kan u vertellen, ook Bach had geen plan. Bach wilde mooie liedjes schrijven om het broekje van de Heer te bevochtigen. Zo’n eenregelig projectplan was vast te karig geweest om tegenwoordig ook maar zijn buskaartjes naar de kerk vergoed te krijgen.

Een klein groepje mensen bepaalt dus wat goede en slechte kunst is. De Staat is nodig, Zanger Rinus niet. Dat het groepje mensen toevallig bij ons blanke-progressieve-VPRO-clubje hoort, betekent niet dat er geen poepluchtje aan zit.

Nou, doei!

Mark Lotterman

Mark Lotterman is singer/songwriter. Zijn muziek en tourdata vind je hier. Zijn nieuwste album Holland kun je hier beluisteren. Columns die Mark eerder schreef voor Popunie vindt je hier.

Alexa – Alle Nachten Lang

  • Alle Nachten Lang

  • Alexa
    • Genre: Nederlandstalige hiphop
    • Release-type: Digitaal
    • Label: Self-released

Alexa is een Nederlandstalige vocalist en mc afkomstig uit Rotterdam met Zuid- Afrikaanse roots.

Door haar steeds groter groeiende passie voor muziek in het algemeen en rap in het bijzonder volgde ze een opleiding aan de Rockacademie, waar ze met de kennis van docenten als Rico & Sticks (Opgezwolle), Jiggy Djé en Winne haar eigen stijl leerde creëren.

Eind 2016 was de releaseparty van haar ep Alle Nachten Lang tijdens de MTV Music Week in Rotterdam.

De vier tracks tellende plaat is naar haar eigen zeggen een mix van hedendaagse hiphop met invloeden van Missy Elliott, The Weeknd, Jhene Aiko en Ellie Goulding. Zeker niet de minste namen, dus dat belooft wat.

De titeltrack Alle Nachten Lang is gelijk een goede binnenkomer; productioneel gezien zit de track erg goed in elkaar en de sound is heel erg van deze tijd. Alexa’s stem luistert lekker weg en de tekst is catchy.

Het daaropvolgende nummer In De Hoek is een samenwerking met rapper Kempi en deze track steekt met kop en schouders boven de rest uit; aan dit nummer klopt werkelijk alles!

Een moddervette beat, lekkere melodielijn en inhoudelijk erg grappig en herkenbaar. Op de daaropvolgende clubtrack Menen laat Alexa ook haar rapskills horen en dat brengt een welkome afwisseling op het geheel.

Afsluiter Marie Antoinette is tenslotte een keiharde clubbanger waarbij je niet anders dan ‘turn up’ kunt gaan. Ook deze track is productioneel erg sterk en doet absoluut niet onder voor tracks van Nederlandstalige artiesten in hetzelfde genre die je in de Top 40 hoort.

Alexa heeft een sterke, toegankelijke sound en past ook prima in het rijtje van Ronnie Flex en Broederliefde. De combinatie van Alexa’s zang en raps houden het geheel interessant en brengt een frisse, vrouwelijke wind in de game.