Bedankt voor de feedback

Maaikey portret3Een jaar geleden gaf ik een lezing voor een netwerk van creatieven. Het was een geslaagde avond. Goed bezocht. Lekkere wijn. De deelnemers waren enthousiast. Na afloop kwamen er nog wat mensen naar me toe. Sommigen om een compliment te geven. Anderen met vragen. En Freek. Freek wilde me graag wat feedback geven. Over mijn lezing.

Ik luisterde beleefd wat Freek te zeggen had. Iets over te veel heen en weer lopen. Misschien een pauze halverwege inlassen. Een grapje dat hij minder geslaagd vond.

Al luisterend realiseer ik me dat het hier om allemaal nogal subjectieve zaken gaat. Freek vind dat grapje misschien niet leuk, maar Annet juist wel. En Zohra stoort zich niet aan het heen en weer lopen. Eugenie is blij dat er geen pauze is, want dan kan ze nog de trein van half elf halen voor de terugreis.

Freeks opmerkingen zijn goed bedoeld, maar hij blijkt zelf nog nooit een lezing te hebben gegeven. En hij bezoekt ze ook niet zo heel vaak. Dus de vraag is hoeveel waarde zijn feedback nu echt heeft.

Ook als muzikant krijg je regelmatig te maken met mensen die iets vinden van je optreden. Laatst nog overpeinsde Mark Lotterman dit onderwerp uitgebreid in zijn column. Je zou het ook het voetbalsupporters-syndroom kunnen noemen. We geven allemaal graag onze mening. Maar de vraag is hoe waardevol die mening nu echt is. Persoonlijk hecht ik meer waarde aan de opmerkingen van iemand die zelf ook regelmatig een balletje trapt dan van iemand die nog nooit een grasveld van dichtbij heeft gezien.

De meesten van ons zijn opgevoed met het idee dat we vooral moeten luisteren naar kritiek. En we moeten er dan ook nog wat mee doen. Want denken dat je het zelf beter weet is arrogant. En als je niet luistert naar wat iemand te zeggen heeft, dan heb je vast een blinde vlek.

Ik ben het daar niet mee eens. Niet alle kritiek is waardevol. En soms is het dan ook beter om goed bedoelde opmerkingen lekker van je af te laten glijden. Voor mij zijn er twee vragen die bepalen of ik feedback binnen laat komen.

  • Heb ik wel behoefte aan feedback?

Als ik zelf voor de volle 100% tevreden ben en me helemaal zeker voel wil ik geen kritiek horen. Volgens mijn eigen maatstaven is het goed genoeg. En dat is uiteindelijk wat telt.

  • Is de gever voldoende deskundig op dit gebied?

Is deze persoon deskundig en ervaren genoeg om iets zinnigs over het onderwerp te zeggen? Met andere woorden: hecht ik waarde aan zijn of haar mening?

Als het antwoord op beide vragen “ja” is kan ik niet wachten om de opmerkingen te horen en er mijn voordeel mee te doen. Maar is het antwoord “nee” dan hoor ik het beleefd aan, maar doe ik er verder niks mee. En ook dat is prima. Ik ben immers nergens toe verplicht.

Maaike van Steenis

SuccesalsCreatief fcMaaike van Steenis is trainer en leert muzikanten en creatieve ondernemers hoe ze meer kunnen verdienen met hun werk en een succesvol bedrijf kunnen opbouwen. Meer is eigenaar van het bedrijf Succesvol Ondernemen als Creatief. Meer informatie daarover vind je op haar website.

De Dood

cover titelloze eersteDe Titelloze Eerste
cd- / download-album
Nederlandstalige thrashpunk

Je moet een goede reden hebben om je band naar de dood te vernoemen. Los van de provocatie is het de meest definitieve naam die je kunt bedenken. Tenzij je gelovig bent, dan zou je je band nog De Hemel of De Hel (naar gelang de muziekstijl die je beoefent) kunnen noemen.

Het Schiedamse powertrio De Dood lijkt niet gehinderd door enige religieuze overtuiging of bijbehorende naastenliefde. Op hun debuutalbum De Titelloze Eerste raggen zij er in een half uur 14 gejaagde en lawaaiige punksongs doorheen, aangedreven door woede, geweld en misantropie.

Eerst, zo halverwege de jaren nul, was er Sanne en Ik, een absurdistisch punkduo dat opzien baarde met nummers als korte woede-uitbarstingen. Sanne drumde en zanger/gitarist/songschrijver Vincent Niks deed de rest. Toen echter hun verkering uitraakte, ging ook het muzikale duo ter ziele.

Er werd nooit iets uitgebracht, zodat Vincent het repertoire kon meenemen naar zijn nieuwe band De Dood. Deze bestaat naast hem tegenwoordig uit bassist Joost Broere en drummer Tim van Dorp.

In 2009 werd het debuutalbum aangekondigd bij het Rotterdamse Tocado Records, maar dat label is inmiddels niet meer. Wat er in de daaropvolgende zes jaar is gebeurd, lijkt onduidelijk. Ze zijn in ieder geval minder gaan drinken, zo bekende Vincent in een interview met Vice.

Wat bleef zijn de korte, absurdistische en grove punksongs met voor zichzelf sprekende titels als Wat Ben Je Dom en Zomaar Zonder Reden Mensen In Elkaar Slaan. De Titelloze Eerste laat zich beluisteren als een plankgas-joyride waarbij alles en iedereen het moet ontgelden: van Pino tot hongerige Afrikanen.

In tijden dat pedante rappertjes drugs en drank propaganderen bij de jeugd, is een nummer over een heroïne spuitende opa die drugs uitdeelt op het schoolplein niet eens zo schokkend. Daar is het te over de top voor. ‘Dopa’ heet dat nummer, een samenvoegsel van opa en dope. De taalvondsten van Vincent zitten wel meer in de titels, zoals Hondenuitlaatservice Waffen SS en Afrikaanstellers.

Die laatsten hebben ‘alleen maar trek,’ wat snedig rijmt op ‘wij hebben ook wel eens geen cash voor de Mac’. De Dood maakt geen shockrock of schandaalmuziek. Daar zijn de teksten te satirisch voor. Soms bijna cabaretesk, wat nog eens wordt versterkt door de toevoeging van melige stemmetjes als tegenhanger van de brul van Vincent.

Grappig zijn de teksten wel, over onraad in Pernis en Oost-Vlaardingen, de Roadkill op Pino (check ook de clip) en een Molen Vol Mongolen. En als Vincent Al Pacino was, dan was hij een acteur. Zo is ieder nummer wel goed voor op zijn minst een gniffel.

Het lijkt een regel dat Nederlandstalige rock verstaanbaar moet zijn. Dat gaat vaak ten koste van de productie. En Lemmy of wijlen de zanger van Death kun je toch ook niet altijd verstaan? Gelukkig heeft De Dood gekozen voor een vette en rauwe productie boven verstaanbaarheid. Dat laatste hindert niet, de boodschap komt toch wel aan en zit ook in de muziek.

Joost en Tim houden de basis strak en bieden Vincent alle ruimte om flink te keer te gaan op zijn gitaar die lekker vooraan in de mix staat geschoven. Metal- en punkriffs worden afgewisseld met puur gerag en noise. Misschien zit hier wel de echte woede van Vincent op dit Niks-ontziende debuut van De Dood.