19 september 2014
•
Interviews
•
Redactie
De Popunie start de serie Meet The Politics. Sinds mei hebben we een nieuw college in Rotterdam dat onze stad vier jaar lang gaat bestieren. Ook op het gebied van popmuziek. Hoog tijd om de Rotterdamse politiek en dan met name de cultuurbonzen van de verschillende politieke partijen in de gemeenteraad aan jullie voor te stellen. Vooral inzoomend op hun affiniteit met popmuziek. We zijn verheugd dat we deze serie mogen aftrappen met onze kersverse wethouder van o.a. Cultuur: Adriaan Visser (D66)!
Kunt u zich kort voorstellen aan de Rotterdamse popmuzieksector?
Ik (49) ben een net niet in Rotterdam geboren Rotterdammer. Ik ben opgegroeid in Rotterdam, ik heb hier gestudeerd en heb me na een paar omzwervingen in 2002 definitief in Rotterdam gevestigd. Ik woon nu in het centrum, vlak bij de Binnenweg. Ik kom uit een liberaal gezin en heb altijd interesse gehad in de politiek, maar ben pas sinds dit jaar lid van D66 en sinds mei wethouder Financiën, Binnenstad, Cultuur en Sport. Ik heb twee kinderen, van 14 en 16.
Wat zijn uw drijfveren om wethouder van o.a. Cultuur in Rotterdam te zijn de komende jaren?
Ik hou van deze stad, ik heb de stad zien veranderen de afgelopen jaren, in positieve zin. Maar ik zie nog zoveel kansen om de stad sterker te maken. En cultuur kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Ik wil inzetten op een nog aantrekkelijkere binnenstad, waar mensen langer willen blijven, ook na het winkelen en werken, waar het aangenaam en groen is, waar het levendig en gezellig is, waar altijd wat te doen is. Samen met partijen in de stad, met de belangrijkste stakeholders, maar ook met de gebruikers van de binnenstad. Rotterdam is een jonge, dynamische stad van experimenten en ondernemerschap en er zit heel veel energie in de stad; laten we daar gebruik van maken!
Wat is het belangrijkste dat u als wethouder binnen uw cultuurportefeuille aan de Rotterdamse Popsector wilt bijdragen?
Initiatieven moeten vanuit de markt komen en het is aan de gemeente om ze mede mogelijk te maken, om te kijken hoe het wél kan; wij moeten ondernemers, initiatiefnemers vooral niet in de weg zitten. Voor de popsector zie ik mogelijkheden in pop-up-locaties, maar zeker ook voor festivals. De grote iconen zijn me lief en zijn ontzettend belangrijk voor de stad, maar ik ben ook erg geïnteresseerd in kleinere initiatieven en wil die graag de ruimte geven: Rotterdam als laboratoriumstad. En natuurlijk gaat dit college voor een nieuw middelgroot poppodium!
Waar luisterde u zelf naar toen u een opgroeiende puber van rond de 16 was en speelde popmuziek toen een rol in uw leven?
Ik luisterde heel veel naar radio Veronica en dan nam ik de Top 40 – op ’n cassettebandje! – op.
Maakt u zelf muziek?
Ik speelde al heel vroeg ‘lucht-gitaar’… En ik heb ’n poging gedaan op de trompet, maar dat was geen succes.
Wat was het eerste popconcert/popfestival dat u bezocht en wat was het meest recente?
Het eerste echt grote concert dat ik ooit bezocht zal ik nooit vergeten, dat was in de Kuip, van de Rolling Stones. Ik ga graag naar het North Sea Jazz, maar ik kan ook erg genieten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Zo was ik afgelopen week bij het Gergiev-festival.
Wat was de eerste single/plaat/cd die u kocht en heeft u een uitgebreide collectie?
Het eerste plaatje weet ik niet meer, maar het zou wel eens 10cc kunnen zijn geweest. Ik heb een aardig grote cd-collectie, heel breed.
Als u zelf uw eigen Top 2000 zou mogen samenstellen, wat zou dan de Top 3 worden en waarom?
Daar moet ik langer over nadenken…
Wat is uw guilty pleasures plaat?
Dancing Queen van ABBA en veel Hans de Booy.
Volgt u de hedendaagse popmuziek en wat vindt u momenteel een interessante artiest?
Natuurlijk! Ik luister veel radio en met twee tieners komt er van alles het huis binnen. Echt bijzonder vind ik Stromae. En – echt waar! – ook Rihanna.
Hoe ontdekt u nieuwe muziek?
Ik ontdek nieuwe muziek door veel gebruik te maken van het brede aanbod in Rotterdam en via mijn kinderen.
Waar luistert u muziek?
Ik luister vooral thuis muziek. Ik heb ook een abonnement op Spotify. Waar ik naar luister, hangt af van m’n stemming. In Rotterdam doe ik zo veel mogelijk op de fiets, op kantoor ben ik eigenlijk altijd in gesprek met mensen en m’n hardloopschoenen staan al te lang stil in de kast.
Wat vindt u van de huidige Rotterdamse muziekscene?
Rotterdam is een jonge stad die barst van het talent. Talent dat regelmatig van zich laat horen in nationale competities / tv-programma’s. Laatst was ik bij een presentatie van jongerenkunst en – cultuur, daar zong de winnares van Music Matters, Neda Boin. Midden op het Binnenwegplein, dat is toch een fantastisch podium voor een talent? Het publiek vindt het prachtig en terecht. Dit soort dingen moeten we veel vaker doen; het Rotterdamse talent presenteren aan de stad op een laagdrempelige manier. Dat is goed voor het talent en goed voor de aantrekkelijkheid van de stad.
Wat vindt u van de lijst met 150 Speelplekken en Festivals op de Popunie site en hoe kijkt u aan tegen de discussie dat Rotterdam een middelgroot podium behoeft?
Ik vind zo’n lijst met speelplekken en festivals een mooi initiatief. En dat Rotterdam een middelgroot podium verdient, daar is iedereen het over eens. De financiële middelen zijn beperkt, ook dat weet iedereen, maar ik ga me de komende vier jaar inspannen om zo’n podium toch mogelijk te maken in Rotterdam. Jullie gaan daar snel meer over horen!
Staat er binnenkort een popconcert of popfestival in uw agenda dat u gaat bezoeken?
Ik ga graag naar Rotown en Bird. Het eerste festival in m’n agenda is New Horizons Festival, geen popfestival maar een cross-over festival van wetenschap, kunst en muziek.
Met welke songtitel zou u dit interview willen besluiten?
Ik heb een passie voor Nederlandstalige muziek. Niemand kent het nummer Vleugels van Hans de Booy; “De wereld is veel mooier als je vliegt, als je maar wilt, dan krijg je vleugels”.
Foto: Marc Nolte