19 december 2013
•
Columns
•
Jan van der Plas
Bloggers als Bob Lefsetz en Niels Aalbers maakten de afgelopen jaren furore met verhalen waarin ze de dood van de muziekindustrie aankondigden en de hemel voor de doe-het-zelf muzikant. Zijn die voorspellingen waarheid geworden en is de beloofde hemel op aarde voor muzikant en muziekliefhebber waarheid geworden, of wordt het allemaal alleen maar minder? In oktober verscheen er op de website Digital Music News een prikkelend verhaal van hoofdredacteur Paul Resnikoff met als titel: de tien grootste mythen over de muziekindustrie. Zijn stelling: de muzikant gaat er steeds meer op achteruit. De Popunie vroeg Jan van der Plas, schrijver van De Muzikantengids, te reageren op deze stellingen.
Mythe 1. Goede muziek vindt vanzelf zijn publiek
Dankzij het internet heeft iedereen toegang tot de beste muziek. Via het internet vindt elke artiest die iets goeds laat horen een publiek, waar ook ter wereld.
Paul Resnikoff: “Onzin. Nog altijd komen de grote hits (Katy Perry, Pitbull, Flo Rida) van de grote platenmaatschappijen en worden ze met veel marketinggeld de wereld in gezonden.”
Jan van der Plas: “Ik vrees dat Resnikoff hier gelijk in heeft. Er wordt zoveel muziek geproduceerd dat consumenten door de bomen het bos niet meer zien. Uiteindelijk gaat het om wie de meeste aandacht naar zich toe weet te trekken. Dat kost nu eenmaal geld en dat hebben de grote platenmaatschappijen en televisieproducenten wel en onafhankelijke muzikanten niet. Toch is de markt wel degelijk veel opener dan tien jaar geleden. Dat acts als Caro Emerald, Eefje de Visser en Mister & Mississippi met een eigen beheer productie zo ver hebben kunnen komen was toen ondenkbaar.“
Mythe 2. Betere tijden voor de kleine artiest
Het muzikale landschap zal worden gedomineerd door kleinere artiesten met een klein maar fanatiek publiek.
Paul Resnikoff: “Meer dan ooit wordt het muzikale landschap gedomineerd door een paar grote hits. Artiesten met een interessant oeuvre lijden een kwijnend bestaan in de marge.”
Jan van der Plas: “Ook hier heeft Resnikoff een punt. Gangnam Style en Wrecking Ball zijn liedjes die binnen een paar dagen wereldwijd scoorden en alle aandacht naar zich toe trokken. De Nick Cave’s en Tom Waits-en van deze wereld moeten het nog altijd vooral hebben van hun cd-verkopen. Sommige beginnende bands zijn handig in het opbouwen van een eerste publiek via het internet. Maar de echt succesvolle clips, die veel geld opbrengen, zijn toch doorgaans tamelijk plat.”
Mythe 3. Langduriger carrières voor artiesten
Omdat artiesten direct contact kunnen opbouwen met hun fans wordt het makkelijker om een langdurige carrière te hebben.
Paul Resnikoff: “Het tempo in de muziekindustrie is steeds hoger komen te liggen. Kijk maar eens naar het aantal nieuwe artiesten dat ieder jaar door de talentenjachten de wereld in wordt gestuurd.”
Jan van der Plas: “Volgens mij is dit juist wel één van de winstpunten van internet. Zelf volg ik bijvoorbeeld de Amerikaanse band Cake. Die opereert volledig independent en is heel actief op internet. Hun laatste hit dateert van jaren geleden maar als ze in Paradiso staan is het uitverkocht. In de VS kwam hun laatste album zelfs op 1 binnen in de verkooplijst, zonder dat ze ook maar één keer op de radio waren gedraaid.”
Mythe 4. Het is afgelopen met de grote platenmaatschappijen
Paul Resnikoff: “Artiesten die onafhankelijk zijn doorgebroken stappen meestal na een paar jaar over naar een major. Kijk maar naar Macklemore.”
Jan van der Plas: “Het marktaandeel van de majors in Nederland was in 2000 75 procent en is nu 60 procent. Het is dus absoluut niet afgelopen met ze, maar er is duidelijk meer ruimte voor independents.”
Mythe 5. Digitaal levert meer op dan fysiek product
Doordat groothandels en winkels niet meer nodig zijn, houden artiesten veel meer over aan de verkochte opnamen van hun muziek.
Paul Resnikoff: “De omzet in betaalde downloads is veel lager dan de cd-verkopen destijds. En mensen kopen losse tracks, geen albums.”
Jan van der Plas: “Hier speelt vooral dat de muziekwereld moet strijden tegen de onzichtbare tegenstander van het illegale downloaden. De megauploads en pirate bays van deze wereld hebben over de rug van de muziekwereld enorme winsten gemaakt. Daarmee hebben ze ook hele mooie interfaces kunnen ontwikkelen. Daar moeten de Spotify’s en de Deezer mee concurreren. Dat sommige artiesten klagen over hun lage inkomsten uit streaming audio komt door iets anders. Zij hebben indertijd nog contracten getekend waarin ze maar een laag percentage krijgen uit ‘digitale verkopen’. Simpelweg een kwestie van de kleine lettertjes niet goed gelezen. Managers en juristen zijn daar nu alerter op. Daarom is het verstandig om je bij het tekenen van een contract altijd te laten bijstaan door een gespecialiseerde jurist.”
Mythe 6. Artiesten verdienen nu meer aan tournees
Door hun muziek gratis weg te geven op internet kunnen ze live meer verdienen.
Paul Resnikoff: “Onzin. De kosten van een band op tournee zijn nog net zo hoog als vroeger. Alleen verdienen bands nu niks meer aan hun platen.”
Jan van der Plas: “Daar heeft hij gelijk in.”
Mythe 7. De megaster maakt plaats voor de middenklasser
Het worden de gouden jaren van de ambachtelijke muzikant: de muzikaal interessante act die via het internet contact onderhoudt met zijn fans en door regelmatig op tournee te gaan in zijn onderhoud voorziet.
Paul Resnikoff: “De popwereld heeft alle trekken gekregen van een derdewereldland: een paar rijken die de boel domineren en een hele boel kleintjes die er niet of nauwelijks van kunnen leven.”
Jan van der Plas: “Als ik naar de Nederlandse muziekwereld kijk, klopt Resnikoff’s verhaal niet. Het concertbezoek is nu veel hoger dan twintig jaar geleden en daar profiteren echt niet alleen Marco Borsato, Nick & Simon en Anouk van. Veel meer Nederlandse artiesten halen nu een gezonde boterham uit hun werk dan toen.”
Mythe 8: Crowdfunding gaat een grote vlucht nemen.
Fans gaan hun favorieten helpen en hun carrière financieren.
Paul Resnikoff: “Er is een paar acts waarvoor het gewerkt heeft, maar dat zijn uitzonderingen.”
Jan van der Plas: “Het is leuk dat je fans jou een plaat laten maken, maar het is pas een succes als hij daarna ook goed verkocht wordt. Ik ken geen enkel voorbeeld van een project dat door fans is gefinancierd dat ook echt een succes is geworden.”
Mythe 9. Spotify is de vriend van de muzikant.
Streaming audio gaat artiesten veel geld opleveren.
Paul Resnikoff: “Tegen de tijd dat Spotify winst gaat maken, gaat het bedrijf naar de beurs en verdienen de aandeelhouders, de grote platenmaatschappijen, in één klap heel veel geld.”
Jan van der Plas: “Dat zal ongetwijfeld op een zeker moment gebeuren. Toch denk ik dat streaming audio de toekomst heeft, simpelweg omdat het voor de consument het meest aantrekkelijk is. Er komen meer soortgelijke bedrijven en uiteindelijk zal er een evenwicht in de markt ontstaan waarbij alle rechthebbenden, dus ook de artiesten en componisten, een redelijk deel van de koek krijgen.”
Mythe 10. Google/YouTube is de vriend van de muzikant.
Google en YouTube maken alles toegankelijk en helpen artiesten meer geld te verdienen met hun muziek.
Paul Resnikoff: “Google heeft maar één doel: zoveel mogelijk winst maken. Sinds de opkomst van Google zijn de inkomsten uit opgenomen muziek gekelderd. Het bedrag dat artiesten overhouden aan reclames rond hun filmpjes op YouTube, dat eigendom is van Google, is miniem.”
Jan van der Plas: “Ik maak me geen illusies, maar ik zie ook dat sinds Google met Play een eigen muziekwinkel heeft, het bijvoorbeeld mogelijk is geworden om links naar jouw muziek op illegale downloadportals weg te laten halen. Het partnerprogramma van YouTube is hartstikke ingewikkeld en levert niet zoveel op, maar het functioneert wel. Ik zie het als eerste stappen in een ontwikkeling die onvermijdelijk is. Uiteindelijk zullen ook hier concurrentie en marktwerking de situatie voor muzikanten moeten verbeteren. Dat zal ook wel moeten, want voor niks gaat uiteindelijk alleen de zon op.”
Jan van der Plas
Jan van der Plas is muzikant en mede-eigenaar van Django Music & Publishing, een muziekproductiebedrijf dat dansmuziek voor kinderen produceert. Hij publiceert regelmatig over muziek. Van zijn hand is onder andere De Muzikantengids, het handboek voor muzikanten hoe het zakelijk allemaal werkt in de muziekindustrie. Voor zijn journalistieke werk werd hij onderscheiden met de Pop Media Prijs. Jan geeft les aan de Rockacademie in Tilburg en de Music Academy in Haarlem en is voorzitter van POPnl, de overkoepelende stichting van de provinciale poporganisaties.