Op pad met Marel Kroon: Niek Hilkmann

Niek hi res‘Alles moet een keer knakken’, dat is het motto van het derde album van de Rotterdamse twintiger Niek Hilkmann. De Nederlandstalige popliedjes van Knak vormden ook de basis voor de gelijknamige theatervoorstelling, waarmee hij afgelopen zomer op de Parade te zien was. Eerder verschenen er drie albums – Milkshakes At The Pizzeria (2009), zijn eerste Nederlandstalige plaat Sowieso (2011), de verzamelaar Bottelaars en beesten (2013) – en een handvol ep’s, cassettes en floppydisks vol muzikale huisvlijt en freaky lo-fi onder de naam Yoshimi. Daarnaast maakt hij animatieclips bij zijn muziek en organiseert hij regelmatig concertavonden en andere happenings bij WORM en elders in Rotterdam. O, en hij zet thuis het vuil buiten.

Ik tref hem met een paar grote afvalzakken voor de vuilcontainer tegenover zijn woning in Rotterdam-West. Het is een regenachtige dag. Zijn androgyne voorkomen wordt versterkt door grote, expressieve ogen die verraden dat zijn denkmechanisme voortdurend op 11 staat.

Op de trap naar zijn bovenwoning stormt zijn vriendin voorbij: “Hallo, ik ben Sandra en moet meteen weg”. Niek excuseert zich terwijl hij zelfgemaakte Thaise lychee-munt limonade schenkt: “We zijn hier net komen wonen en veel spullen zitten nog in verhuisdozen,” gevolgd door een geruststellend: “Het blijft niet lang zo netjes hoor”.

Met zijn wijnrode broek en kleurige jaren-zeventig blouse past hij feilloos in het interieur vol boeken, platen, psychedelische singlekistjes en vintage meubilair. Zijn instrumenten staan er nog niet. “Eigenlijk wil ik zo min mogelijk thuis kunnen doen. Ik moet mezelf beperkingen opleggen, zodat ik niet dag en nacht aan mijn muziek werk.”

Stempels
Het is een periode van dozen uitpakken en muzikale herbezinning, nadat hij in de zomer tientallen keren optrad met de ‘muzikale en museale voorstelling’ Knak op de Parade, begeleid door zijn broer Ruud en Arie van Vliet.

“We hadden daar een klein tentje, een soort veredelde minicontainer waar vijfentwintig man in moesten passen. Dat lukte wonderbaarlijk. De show was opgebouwd rondom een geïmproviseerd kabinet met afgedankte spullen en dingen die wringen; het knak-kabinet. We speelden liedjes over objecten die meestal juist onbezongen door het leven gaan. Een paar daarvan staan ook op Knak.”

Schakeer jij wat je doet puur onder popmuziek, of heeft het voor jou ook een kunst- of kleinkunstwaarde?

“Eigenlijk is het vanaf het begin altijd mijn inzet geweest om te kijken of je dergelijke stempels een beetje kunt oprekken. Alles is gebonden aan context: als je op een muziekpodium staat brengt dat verwachtingen met zich mee. Wijk je daarvan af, dan werkt dat of heel erg voor of tegen je. Ik heb het gevoel dat mensen bij mij daar nog over aan het discussiëren zijn.”

Wat wil je zelf of wat is voor jou de ideale omstandigheid?

“Dat weet ik niet… Ik heb in de loop der jaren verschillende dingen gewild.”

Extatisch
Laten we bij het begin beginnen. Wat was je eerste muzikale ambitie?

“Dat is heel lang geleden. 2008 of zoiets. Ik had een enorme hekel aan school, ook aan het hele instituut erachter. Ik was een soort probleem-leerling. Ik zat op het Atheneum van het Christelijke Scholengemeenschap Johannes Calvijn in Vreewijk.

Mark Lotterman heeft daar trouwens ook op gezeten. In die tijd had je een soort van indie-boom, met bands als Frog Eyes, Of Montreal en Sunset Rubdown. Daarnaast had je veel goede freakfolk, al met al gebeurde er best veel interessants.

Ik ging naar veel van die muziek kijken en leed verder een vrij teruggetrokken leven. Ik had dus alle tijd om zelf ook muziek te gaan maken. Ik was er toen op uit om iets extatisch op het podium te brengen wat je normaal niet zag. Met mijn opa op gitaar en mijn broer Ruud op trombone begonnen we te spelen.

Soms was dat complete onzin en dat viel altijd best wel goed. Als je 18 bent kom je daar wel mee weg. We hebben veel in Exit en Worm gespeeld maar ook op festivals als Metropolis en Into The Great Wide Open. We kregen het voordeel van de twijfel met Milkshakes At The Pizzeria, een schattig Engelstalig album, met slechte Engelse uitspraak etc.”

Niek-Hilkman-KnakHalfzacht
“Na het atheneum heb ik eerst een jaar filosofie gestudeerd, daarna ben ik overgestapt op Perzisch. Uiteindelijk is het kunstgeschiedenis geworden.”

Ja, ik zag je indrukwekkende CV.

“Het was chaos. Het sloeg helemaal nergens op. Ik ben Perzisch gaan doen omdat ik filosofie te theoretisch vond. Maar ik was vergeten dat ik geen taalknobbel heb. Ik zat in de klas met vier of vijf mensen die de taal al spraken en was daartussen een beetje verloren. Uiteindelijk ben ik dus een versplinterd individu geworden.

Kunstgeschiedenis ging mij makkelijker af omdat dat iets was waar ik een meer natuurlijke interesse in had. Stiekem gezegd heb ik die studie een beetje halfzacht gedaan omdat ik tegelijkertijd muziek wilde maken. Ondanks dat ik kunstgeschiedenis leuk vond, deed ik nooit meer dan het minimale…”

Gold dat zowel voor je studie als voor je muziek? 

“Niet voor de muziek. Ik kan vrij neurotisch en obsessief zijn en zo werd mijn tweede album Sowieso mijn existentiële album. Ik heb er 4 jaar aan gewerkt.”

Topzwaar
Sowieso was ook je eerste Nederlandstalige album.

“Ik ben overgestapt op Nederlandstalig omdat ik het gevoel had… Tja, dit is een soort sub-onderwerp waar ik een paar uur over kan doorpraten. Toentertijd dacht ik voornamelijk: je bent zelf Nederlands en hebt te maken met een Nederlands publiek. In je eigen taal kun je dus het sterkste effect bereiken.

Een andere reden waarom ik het nog steeds in het Nederlands doe is als reactie op het slechte Engels waarin ik andere Nederlandse acts hoor zingen. Als je iets in het Nederlands zingt dan heeft iedereen ineens het idee dat het ergens over moet gaan. In het Engels heeft niemand dat. Met Sowieso wilde ik het dus ergens over laten gaan. Topzwaar zelfs. Met Knak zit ik misschien aan de andere kant van dat spectrum.”

Automaat
Knak is een kort album geworden. Ik had iets van 20 nummers en het merendeel daarvan heb ik weer weggegooid. Uiteindelijk krijg je toch het idee dat alles wat je doet steeds in hetzelfde strandt.

In mijn geval bleek dat honderd keer herschrijven en herbewerken te zijn. Om dat te doorbreken probeerde ik nu eens iets volledig op de automaat te doen en zo ontstond het nummer Collie. Je kunt horen dat het spontaan is, want ik rijm Monopol(l)y op Collie. Dat zou ik anders niet doen.”

In het persbericht staat geschreven dat ‘alles moet knakken’.

“Ja, dat is natuurlijk zo. Niets is eeuwig. Het is frustrerend, maar onvermijdelijk. Ik denk daar te veel over na, maar ik probeer daar dan juist niet iets zwaars van te maken of het teveel te romantiseren.”

Neurose
“Ik overanalyseer alles! Heel vervelend eigenlijk: bij alles wat je ziet en beschouwt in eerste instantie een verhoor hebben met jezelf, voordat je er iets mee kunt. Ik schrijf tegenwoordig sprookjes om complexe zaken in een simpele vorm te kanaliseren. Iets dergelijks probeerde ik ook op Knak.”

Waardoor eigenlijk popmuziek ontstaat. 

“Ja, dat is misschien de truc.”

Je noemt jezelf neurotisch. Gaan je neurosen en muziek hand in hand?

“Nee, het zit mijn muziek alleen maar in de weg. Ik doe veel te lang over welk nummer dan ook. Ik kan tijdens het mixen een hele dag prakkiseren over een halve decibel terwijl het voor het resultaat weinig uitmaakt. Het is natuurlijk niet zo dat wat je wilt overbrengen daarop aankomt.”

Niek tafel Foto Sandra GnjatovicDrama
Gevraagd naar zijn vroege muzikale invloeden, staat hij op om een plaat te zoeken.

“Toen ik jonger was luisterde ik naar wat mijn ouders draaiden. De eerste band waar ik zelf echt obsessief mee werd, waren de Beach Boys. Zij hadden van die zomerse meezingnummers maar ook hele pathetische stukken als A Day In The Life Of A Tree van Surf’s Up. Het hele verhaal erachter is ook zo bijzonder, met een boze vader die zijn zoon (Brian Wilson) half doof slaat enzo. Dat sprak erg tot mijn verbeelding als achtjarige natuurlijk.”

Je had al jong een fascinatie voor de personen achter de muziek.

“O ja, ook met de Beatles. Ik vond het heel leuk dat ze steeds ruzie hadden. Dat is zo met muziek, als je er allerlei achtergrondinformatie bij hebt, dan wordt het een stuk leuker. Vooral als er drama mee verbonden is. Je kan er bijna vanuit gaan dat iemand weinig interessants te zeggen heeft als hij of zij niet een paar problemen heeft gehad.”

Onvrede
Wat is jouw probleem dan?

“Het leven (gniffelt). Mijn muziek komt wel voort uit een soort onvrede. Als kunstenaar of muzikant moet je proberen om de dingen die je niet zinnen te kanaliseren.”

En wat kanaliseer jij?

“Zoveel, maar ik vind het moeilijk om dat nu allemaal in een keer naar buiten te brengen. Als ik dat in zoveel woorden kon, hoefde ik geen muziek meer te maken. Maar er zijn genoeg vervelende dingen die je in het westerse leven krijgt opgedrongen. Gezellige stadsfestivals bijvoorbeeld. Creatief ondernemerschap vind ik ook heel vervelend. Het is vreselijk dat veel mensen van mijn generatie vanuit de gemeente worden gestimuleerd om zich te verdiepen in een of ander semi-authentiek zaakje. Het is zo onkritisch hè? Is dat het dan?

Ik vind dat elke kunstenaar of muzikant, iemand die iets maakt, moet proberen om het systeem te omzeilen of er kritiek op moet leveren. Je hebt nu teveel jonge creatieve mensen, kunstenaars, die zich verplicht voelen om zich aan het systeem aan te passen en een koffiebar openen. Aan de andere kant heb je mensen die helemaal buiten het systeem functioneren en niet meer meedraaien: onschadelijk, onopvallend. Dan zeg ik: daar moet je bozer over worden. Het is een systematisch probleem, doe iets tegen dat systeem.”

Maakt dat jou ook huiverig om mee te draaien in de muziekindustrie?

“Nou, mij lukt dat überhaupt niet echt. Ideaal zou natuurlijk zijn om een positie te bereiken waarin iedereen naar je luistert en dat je dan ook nog uit je woorden komt als je een boodschap hebt. Maar dat gebeurt zelden. Je zit jezelf in de weg. Wat zei Willem Elsschot ook alweer: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.”

Instrumentaal
Wat zijn je toekomstambities?

“Ik heb wel het gevoel dat ik steeds meer een buitenbeentjespositie begin te krijgen. Er zijn een paar dingen die ik nog wil maken en zeggen, maar misschien duurt dat nog wel even. Ik heb het idee dat de pop na Knak wel een beetje voorbij is. Ik heb bijvoorbeeld ambities om een instrumentaal album te maken, waarbij niet iedereen de hele tijd maar naar mijn stem hoeft te luisteren. Dat lijkt mij een verademing!”

Marel Kroon

marelkroonMet zijn 77 jaar kan Rotterdammer Marel Kroon gerust de éminence grise van de Nederlandse popjournalistiek worden genoemd en een monument voor het steeds meer vergrijzende internationale poplandschap. Hoewel hij pas na zijn pensionering (tot zijn 65ste doceerde hij Boekhouden op een Hillegersbergse Mavo) serieus begon te schrijven, bevond hij zich gedurende zijn lange leven steeds daar waar Nederlandse popgeschiedenis werd geschreven. Als tiener zag hij de rock ‘n’ roll opkomen maar zijn enthousiasme voor pop werd pas echt aangewakkerd met een bezoek aan het concert van The Beatles in Blokker (1964). Datzelfde jaar stond de jonge Kroon vooraan tijdens de rellen rondom het Rolling Stones concert in het Haagse Kurhaus. Hij danste naakt op het Kralingen Popfestival (1970) totdat Jefferson Airplane-zangeres Grace Slick vanaf het podium hem persoonlijk vroeg of hij ‘please’ iets wilde aantrekken. Hij verloor zijn voortanden aan de rondmaaiende basgitaar van Sid Vicious tijdens het Sex Pistols-concert in Eksit (1977) en de rest van zijn gebit door een stagedive tijdens het concert van Nirvana in Nighttown (1989) waarbij geen mens hem opving omdat er praktisch niemand was. Zo hopen de wapenfeiten zich op. Voor Popunie gaat Kroon vooral op zoek naar de cult- en randfiguren van de Rotterdamse popcultuur.

Verslag Meet The Pro Sessie #13: Verdienmodellen!

promofoto webWelke inkomstenbronnen heb je als muzikant, en hoe kun je ervan rondkomen? Deze vragen stonden centraal bij Meet The Pro op 12 oktober 2015.

Verslag door Maaike Siegerist

Onder leiding van artiestenmanager en docent Martijn Crama (Music United) gaf een panel van experts antwoord op vragen van het publiek. Het panel bestond uit: Lijne Kreupeling, die vanuit haar managementbureau For Artistic Reasons onder andere manager van Sevdaliza en co-manager is van Within Temptation; Mathias Janmaat, die gitaar speelt in Bombay en Cheaters maar ook voor andere artiesten en reclames muziek schrijft; en Martijn Deijkers van crowdfunding platform Voordekunst.

Inkomstenbronnen
Hoe kun je als muzikant geld verdienen? Het panel stipte de volgende inkomstenbronnen aan:

  • Gage
  • Huiskamerconcerten
  • Releases
  • Content: laat je muziek en video’s los op Shazam, YouTube, en Spotify. Je verdient geen geld op Vimeo en Soundcloud. Andere sociale media leveren ook niet direct inkomsten op, maar je kunt ze wel gebruiken om je boodschap te verkondigen, shows te werven, en tickets te verkopen, bijvoorbeeld via apps.
  • Sync: het plaatsen van muziek onder commerciële TV of radio
  • Airplay op de radio. Dit is een long shot, aldus Kreupeling. “Het is een netwerk van ons kent ons. Soms heb je de unieke hoek die plat gedraaid wordt voor een jaar.”
  • Subsidies en fondsen
  • Merchandise (genre-afhankelijk)

Endorsements zijn interessant voor gear, voegde Kreupeling toe, maar sponsoring is moeilijker voor elkaar te krijgen. Om gesponsord te worden, moet je met een goed plan komen.

Rechten
Janmaat kan rondkomen van zijn muziek. 90% van zijn inkomsten is echter niet gebaseerd op optredens, maar op rechten. Er zijn drie soorten rechten: auteursrecht, naburig recht, en masterrecht.

1. Auteursrecht
Als componist of tekstdichter heb je auteursrecht. Er zit heel veel geld in het auteursrecht als muziek openbaar gemaakt wordt. Hier houdt Buma zich mee bezig.

Als je song op radio of TV komt, krijg je als songwriter per seconde uitbetaald. Hoeveel je precies krijgt, hangt af van het radiostation, het aantal luisteraars, en hoe groot je aandeel in het nummer is, aldus Janmaat. De precieze hoogte van deze uitkering is onduidelijk, maar om een indicatie te geven: volgens Buma/Stemra kreeg je in 2013 voor elke seconde dat je liedje op 538 gedraaid werd ongeveer € 0,19, bij 3FM € 0,13, en op TV bij NPO1, 2 en 3 € 0,35, en bij RTL 4 € 0,57. Buma heeft laatst een nieuwe app gelanceerd, de Buma Song Tracker, waarmee je kunt zien hoe vaak een song gedraaid is op de belangrijkste Nederlandse radiostations.

Lever daarnaast ook je setlisten in bij Buma. Dat geld moet je niet laten liggen, benadrukte Crama. Een deel van de opbrengsten van de kaartverkoop van je shows gaat naar Buma, zij houden een percentage in, en geven een percentage door aan jou.

2. Naburig recht
Ook de muzikanten die meespelen op een nummer dat openbaar gemaakt wordt op radio of TV krijgen een vergoeding. Als uitvoerend muzikant heb je het naburig recht. Om daar aanspraak op te maken, kun je bij Sena aangeven op welke tracks je meegespeeld hebt. Ook kun je voor optredens bij de Wereld Draait Door en The Voice een behoorlijk bedrag krijgen van Norma, voegde Kreupeling toe.

3. Masterrechten
Degene die financieel verantwoordelijk is voor een album, is de masterrechthebbende. Bij Sena kun je die masterrechten claimen. Per uitgekeerde € 100 gaat € 50 naar de musici en € 50 naar de eigenaar van de masterrechten. Laat dat geld niet liggen!

Als je internationaal gaat, check dan hoe zaken geregeld zijn in de landen waarin je opereert. Als een track het bijvoorbeeld goed doet in Frankrijk, kun je er een bedrijf op af sturen om je gelden te innen, aldus Janmaat.

IMG_7872Pluggers
Als je een single uitbrengt, dan kun je een plugger inschakelen die gaat proberen om je song op playlists te krijgen. Als je track niet op een playlist staat, dan heeft het maar een kleine kans om gedraaid te worden, aldus Kreupeling. Een DJ mag maar een of twee liedjes zelf uitzoeken. Een aantal pluggers werkt op prestatiebasis – je moet iemand hebben die in je track gelooft en het risico deelt. Zo kreeg de plugger van Caro Emerald een deel van de inkomsten via Sena.

Publishers
Veel jonge artiesten worden benaderd door publishers om hun auteursrechten voor een bepaalde periode weg te tekenen. Dat kan interessant zijn als je geld nodig hebt om een bepaald traject te doorlopen, zei Kreupeling. Let wel op de looptijd – teken niet je hele carrière weg. Je kunt een deal sluiten voor een bepaalde periode of alleen voor de titels op een bepaalde plaat, benadrukte Janmaat. Maar wees alert: er zijn veel slechte publishers die niets doen.

Maar hoe haal je geld binnen als je niet bekend bent? Volgens Janmaat is sync heel interessant, bijvoorbeeld als je muziek onder reclame komt. Sync agencies werken op een no-cure-no-pay basis en pakken geen auteursrechten maar een percentage van de inkomsten op de masterrechten. Sync agencies kunnen je opmerken als je band aandacht trekt, maar gaan soms juist op zoek naar obscure muziek.

Crowdfunding
Bij crowdfunding haal je de financiering voor je project uit de groep mensen die van tevoren aangeeft dat ze tof vinden wat je doet, aldus Deijkers. Van beginnende bands die een ep willen financieren tot gevorderde bands die € 5000 of meer op willen halen: het is allemaal mogelijk. Je moet er zelf wel hard voor werken. Bepaal een concreet doel en creëer een draagvlak. Als er 200 mensen zijn die je EP willen hebben en je show willen zien, dan heb je dus al 200 donateurs.

Voordekunst biedt een online platform, maar vooral ook begeleiding. Het team heeft spreekuren en geeft workshops. Is je streefbedrag reëel? Voordekunst helpt je ook om je verhaal strak te krijgen. Mede door deze begeleiding is het slagingspercentage 85-90%.

De duur van een crowdfundingcampagne is 30 tot 40 dagen, omdat de urgentie dan hoog blijft. Als je in de eerste twee weken 20% van de financiering behaalt, dan zit je gebakken. In de tussenperiode zit je op 40-45%; dan gaan veel projecteigenaars rondbellen. Als je op 70% zit als je de laatste 10-12 dagen in gaat, dan zit je goed. Maar mocht je het net niet halen en wel zicht hebben op meer financiering, dan is verlengen vaak nog mogelijk.

Voordekunst werkt veel met fondsen samen, aldus Deijkers. Ze dragen projecten voor, bijvoorbeeld voor de VSB “verdubbelaar.” Elke donatie voor een bepaald project in een bepaalde week wordt dan verdubbeld. De precieze selectiecriteria zijn echter onduidelijk.

Als tegenprestatie vraagt Voordekunst een percentage. Je betaalt € 100 contributie als je besluit om je project live te zetten. Als je de 100% haalt, dan krijgen ze nog 5%. Als je meer dan 100% haalt, krijgen ze daar 10% over.

Op Crama’s vraag of mensen onderhand niet crowdfunding-moe zijn, antwoordde Deijkers ontkennend. Toen Voordekunst vijf jaar geleden begon, had vrijwel niemand van het concept gehoord. Nu groeit het platform nog steeds. Mensen vinden het leuk om je te helpen door te doneren en worden gemotiveerd door de geboden tegenprestaties.

Martin Scheijgrond, de Directeur van de Popunie, zag ook een opwaartse trend in de crowdfundingcampagnes van Rotterdamse artiesten. In 2013 werd € 35.000 gegeven; in 2014 wel € 70.000.

Tips en valkuilen

  • Doe niet niets.
  • Te veel spammen is niet goed; spammen is wel goed.
  • Motiveer mensen met originaliteit en humor. Dan is de gunfactor veel groter.
  • Zorg voor leuke, originele tegenprestaties.
  • Blijf realistisch – kies een haalbaar streefbedrag.
  • Zet geen “stuwende drums” en “groovende” muziek in je biografie als je de muziekstijl van je band beschrijft. Dat doet iedereen al.
  • Ga niet crowdfunden in de zomervakantie.
  • Met kerst is de kans groter op een VSB verdubbelaar.

Een alternatief crowdfundingplatform voor muziek, met een grote database van actieve donateurs, is Pledgemusic.

Huiskamerconcerten
Huiskamerconcerten zijn een alternatief voor crowdfunding als je een album wilt verkopen, zei Kreupeling. Dotan kwam op nummer twee binnen nadat hij bij huiskamerconcerten 4.000 albums had voorgenoteerd en verkocht, die in één keer werden geleverd. Je moet wel een officiële retailer hebben die de verkoop registreert.

IMG_7876YouTube
Vevo en YouTube zijn waardevol om zelf bij te houden. Je kunt met YouTube geld verdienen door een kanaal op te starten en, na grotere aantallen views, aan te vinken dat je advertenties toestaat, aldus Kreupeling. Maak een portal van je YouTube kanaal, adviseerde Crama. Denk bijvoorbeeld aan de band Lieve Berta. Ze maken goede muziek, maar wierven vooral door het filmen en wekelijks posten van hun avonturen een enorme following.

Shazam
Shazam levert niet direct geld op, maar wel koppelingen naar je muziek, vertelde Kreupeling. Het platform wordt in het Verenigd Koninkrijk veel gebruikt. Als je je account claimt, kun je de aantallen mensen die jou geshazamed hebben inzien en rechtstreeks met hun gaan communiceren.

Spotify
Het is niet zo moeilijk om op Spotify te komen, aldus Crama. Maar wat levert het op? Laatst had Stefany June, een artieste die hij managet, tussen € 1300 en € 1400 aan inkomsten uit digitale distributie. Het ging daarbij om 200.000 streams en een bescheiden aantal iTunes downloads; je krijgt dus zo’n € 600 voor 1000 streams, concudeerde Crama. Volgens Kreupeling krijg je ongeveer € 0,005 per stream. Labels krijgen 1x per 3 maanden een statement; zo’n statement kun je zelf ook opvragen. Spotify stuurt aan op playlisten, die je niet kunt beïnvloeden. Maar een aantal onofficiële playlists zijn te koop. En je kunt volgers vragen om je liedje in hun favorietenlijst te zetten; dan wordt je vaak gedraaid.

Originele promotie
Wees creatief! Crama gaf een groene campagne in 2010, rondom de artiest Florian Wolff, als voorbeeld. Florian gaf aan dat hij groen op wilde treden, waarop Crama de ASN bank aanschreef met het idee om een volledig groen podium op te zetten. Dat kwam er: uiteindelijk speelde Florian erop op Lowlands. Hij werd verder ook gesteund met een auto op biogas, en had daarmee gratis vervoer, en trok de aandacht van Groen Links, die Florian uitnodigde om op te treden bij een campagne.

Ondernemer
Kun je leven van de muziek? Niet op alleen door op te treden, aldus Janmaat. Er komen ook veel kosten kijken bij shows. Als je niet commercieel gaat, lukt het niet. Met Crama’s conclusie dat je dus nooit een huis kan kopen als muzikant, was Kreupeling het echter oneens. Je bent ook gewoon ondernemer, benadrukte ze.

Subsidies
Tot slot is er een aantal fondsen en subsidies voor muzikanten:

  • Sena Muziekproductiefonds: voor het opnemen van albums, maximaal € 5.000, waarvan 2/3 een gift is en 1/3 een lening. Je moet aankloppen voor het begin van je opnameproces en ervaring aantonen.
  • Fonds Podiumkunsten: binnen Europa dragen ze tot € 5.000 toursubsidie bij; buiten Europa € 7.500.
  • Exportregelingen: Music Export in Rotterdam via de Popunie en The Hague Music Export van het Haags Pop Centrum voor Haagse artiesten.
  • Fonds Cultuurparticipatie: Talentontwikkeling
  • Tax-videoclip fonds om clips te maken
  • Buma ondersteunt ook export, maar alleen van een kleine selectie artiesten
  • Volkskracht stimuleert initiatieven die iets doen voor Rotterdammers
  • Prins Bernard Cultuurfonds.
  • Denk op EU niveau aan crossovers – zoals co-creatie met een partner in Oost-Europa. Zoek in Google naar co-creators. Voor muzikanten in de jazz zijn er daarin weer meer mogelijkheden.
  • Fonds Beeldende Kunsten: animaties, maar met muziek.

Meet-the-pro-logo-webMeer weten over Meet The Pro? Bekijk de website en wordt lid van de Facebookgroep.