21 april 2022
•
Columns
•
Renzo van Riemsdijk
Dit is column nummer 50 en nog steeds krijg ik met enige regelmaat te horen hoe leuk het wel niet is dat ik van mijn hobby mijn beroep heb gemaakt. En dat is nou precies wat ik niet begrijp. Waarom is datgene wat ik doe -aan knoppen draaien, net zolang totdat je je nieuwe single harder wilt zetten omdat het zo mooi klinkt- een uit de hand gelopen hobby?
De definitie van een hobby, ook wel liefhebberij genoemd, is een in het algemeen ontspannende activiteit die men met enige regelmaat in de vrije tijd uitoefent. Zelden zag ik zo’n zalvende definitie voorbijkomen maar vooruit, het beestje moet een naam hebben.
Goed, ik zal de onderdelen stap voor stap benoemen. De liefhebberij. Dat klopt, mastering is voor mij pure liefhebberij. Ik kan er een zeer voldaan gevoel aan overhouden. Is dat liefhebberij? Vast wel.
Een algemeen ontspannende activiteit. Dit klopt deels. In 80% van de gevallen is mastering ontspannend. Voor de overige 20% hangt mastering samen met deadlines en klanten die er -en geef ze ‘ns ongelijk- nogal specifieke wensen qua klankbeeld op nahouden. Voor sommigen ook ontspannend, maar voor mij levert werkdruk een bepaalde spanning op. Niks mis mee trouwens, werkdruk en het leveren van goede prestaties gaan vaak hand in hand.
De hobby wordt met enige regelmaat beoefend. Klopt, ik zit met enige regelmaat in m’n studio. Niet alleen maar om aan knoppen te draaien, soms moet er ook nog ‘ns wat beluisterd worden en het werken met een computer brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Updates, back-ups, dat soort zaken.
Den kompjoeter, ik zou er een aparte column over kunnen schrijven. Laat ik het er maar op houden dat ik computers en muziek niet altijd een goed huwelijk vind. Ze zijn onmisbaar, zeker anno nu, maar al dat gedoe met updates, back-ups en 100 miljoen muisklikken vind ik weinig muzikaal en een algemeen ontspannende activiteit is het voor mij ook niet.
Tot slot: een hobby wordt in de vrije tijd uitgeoefend. Oké, nu wordt het moeilijk. Het hangt er een beetje vanaf hoe je vrije tijd definieert maar als ik uitga van de werkende medemens die zijn werk als werk bestempelt en alles wat daarbuiten valt onder vrije tijd schaart, kunnen we concluderen dat ik inderdaad hobbymatig bezig ben. Warempel.
Oké, probeer af te concluderen nu. Ik master platen en zie dat als werk. Het is een voor 80% algemeen ontspannende liefhebberij en ik doe dit met enige regelmaat. Maar om het als hobby te bestempelen zou ik in mijn vrije tijd moeten masteren. Daarnaast werk ik ook nog ‘ns thuis (het wordt er niet gemakkelijker op), dus als ik werk in mijn vrije tijd ben ik bezig met het beoefenen van mijn hobby.
Oké, maar ik krijg er voor betaald. Kijk, dat verandert de zaak. Hoewel, ik ken best wat muzikanten die naast hun reguliere werk schnabbelen (een schnabbel is een lucratief klusje, niet alleen voorbehouden aan muzikanten trouwens) en zo een mooie bijverdienste hebben. Maakt dat ze dan profs? Nee, want het is niet hun hoofdinkomen. Hoewel…
Pfff, ik geef het op. Ik kom er niet uit. Ik vind het sowieso hartstikke leuk dat ik van mijn liefhebberij mijn beroep heb gemaakt. De hobby is dood, leve de liefhebberij!
PS Het schrijven van 50 columns over het mooiste vak van de wereld is geen sinecure. Zowel het masteren als het schrijven erover ervaar ik als iets magisch. Ik prijs mijzelf gelukkig met het beoefenen van dit mooie vak; altijd is er wel wat te vertellen over de wondere wereld die mastering heet. Magisch!