29 juli 2021
•
Interviews
•
Ricardo Jupijn
Sinds het voorjaar gebeurt er in Rotterdam iets bijzonder spannends dankzij JÓRMA. Het alter ego van Jonathan Bonny (1992), waarmee hij zowel zijn creativiteit als non-binariteit onderzoekt. Met een achtergrond in klassieke muziek, theater en een voorliefde voor acts als Sigur Rós en Björk, komt dit allemaal bijzonder kleurrijk bij elkaar in een betoverende, intieme en broeierige wereld.
Foto credit Kelly Alexandre
De wieg van Bonny (hij/die) stond in Brugge, maar vijf jaar geleden belandde hij in de Maasstad na omzwervingen via Oostende, Gent, Helsinki en Den Haag. In de tussentijd werkte Bonny als muzikant, componist en organisator al jaren fulltime voor allerlei gezelschappen, wat ervoor zorgde dat hij telkens iets nieuwsgieriger werd naar zijn eigen stem.
Wat zou er gebeuren als hij zich volledig op een soloproject zou storten en dat tot in de puntjes zou uitwerken? Precies op dat moment stak Covid-19 zijn gruwelijke kop om de hoek en ging plotseling de deur open naar JÓRMA (die/hen). “Als componist ben ik fulltime met muziek bezig, maar dit is de eerste keer dat het zo persoonlijk is. Het is een hele nieuwe en spannende wereld. Tegelijkertijd voelt het raar om mijzelf in zo’n centrumpositie te zetten, aangezien ik opgeleid ben om ergens achterin het orkest te staan, maar ik vind het super leuk”, vertelt Bonny.
Een safe place
JÓRMA is voor Bonny het project waar hij alles in kwijt kan, van zijn muzikaliteit tot zijn blik op de wereld. De pandemie gaf hem plots alle tijd om dat conceptueel vorm te geven.
“Er is niet veel naast muziek in mijn leven, maar ik ben wel bezig met de problemen van deze wereld. Met zaken als gelijkwaardigheid, discriminatie, klimaatopwarming en dat verwerk ik in mijn muziek. Ik wil graag ergens over praten met mijn publiek, dus ik kijk goed naar hoe ik een bepaalde boodschap over wil brengen. Qua beeld, qua klank, qua tekst, qua gevoel. Het is een totaal ander proces omdat nu alles vanuit mij komt en er geen kaders of deadlines zijn”, zegt Bonny.
”In het begin dacht ik dat JÓRMA een typisch alter ego zou worden. Een soort popicoon, mijn persoonlijke Beyoncé. Alleen ik kwam er al snel achter dat dat helemaal niet hoeft, het mag zacht en kwetsbaar zijn. Het is niet erg als dat imago en het project in beweging blijven. Zo verschillen de liedjes conceptueel totaal van elkaar en dat maakt het voor mij juist zo interessant. Het project zit nog in zijn beginfase, dus er zit geen druk op en het hoeft nog niets te zijn.”
Tot nu toe heeft JÓRMA één Rihanna-cover en twee eigen singles uitgebracht: Moonday en introvert. Vooral aan de laatste bewaart Bonny speciale herinneringen. “De videoclip-opnames waren ongelooflijk bijzonder. Via een open call ging ik op zoek naar mensen die zichzelf gerepresenteerd wilden zien in de video en daar kreeg ik zoveel reacties op. Het was bijzonder om met al die mensen samen te komen die zo’n andere dagelijkse realiteit hebben. Ik heb iedereen één-voor-één laten arriveren, waarna ik vervolgens twee mensen aan elkaar koppelde om elkaar on-camera te leren kennen.
Daarna gingen we met z’n allen naar WORM, waar goed eten en drinken was, een danser die ervoor zorgde dat iedereen loskwam en er was een make-up-artiest voor iedereen die zich wilde laten opmaken. Iedereen voelde zich goed, ontspannen en op zijn mooist. Dat leidde niet altijd tot veel onverwacht mooie shots, maar vooral de sfeer was zó fijn.
Mensen waren ontzettend dankbaar, het was echt een safe place. Aan het einde van de dag werden sommigen nog best emotioneel omdat ze eigenlijk niet weg wilden gaan. Die dag maakte zoveel indruk, dat ik het gevoel heb dat ik die richting uit moet gaan met JÓRMA. Hoe kan ik bijvoorbeeld zo’n plek creëren tijdens een liveshow? Waar iedereen het gevoel heeft dat die er mag zijn, zich verbonden voelt met anderen en dat niemand zich onveilig voelt.”
Scrollende vijftienjarigen
Voor ieder nummer werkt de muzikant een totaal nieuw concept uit, momenteel broedt Bonny op nieuw werk voor dit najaar. “Voor iedere single bedenk ik een concept rondom hetgeen dat ik wil vertellen. Zo gaat Moonday over vrijheid, introvert over hoe het voelt om tot een gemarginaliseerde groep te behoren en het volgende nummer over gay-seks en cruising. Wat ik spannend vind, want dat is een heel ander domein en ik ben vooral op zoek naar hoe ver ik kan gaan. Want de boodschap komt alsnog niet aan als het ontoegankelijk is”, zegt Bonny.
“Het doel met dit project is om zoveel mogelijk mensen te bereiken en aangezien ik pas volgend jaar live wil gaan spelen, is mijn online aanwezigheid des te belangrijker. Hoe kan ik die scrollende vijftienjarige – waar dan ook – bereiken? Gelukkig ben ik een socialmediaverslaafde, dus ik vind het interessant om daarmee bezig te zijn.
Zo heb ik eind vorig jaar TikTok geïnstalleerd, want ja, daar zitten de jongeren. Maar goed: wat moet je dan doen? Dat vond ik nogal ongemakkelijk in het begin. Na wat zang- en pianovideo’s lukte het op een gegeven moment, toen ik iets deelde over het proces van mijn eerste video, waarvoor ik drie uur lang stil in de zee had gestaan. Dat ging viral met 2,2 miljoen views! Ik vind het super interessant om te zoeken naar zulke beelden die het goed doen.”
Secret escape
Inmiddels woont Bonny al zo’n vijf jaar in Rotterdam, de stad die hem net dat duwtje in de rug gaf dat hij nodig had. “Al vrij snel kreeg ik opdrachten nadat ik mijn opleiding aan het conservatorium in Den Haag had afgerond. Enerzijds had ik veel werk in Groningen en anderzijds in Gent, dus Den Haag leek mij qua locatie een mooie optie. Alleen ik wilde naar een plek verhuizen waar ik niemand kende en ik vond Rotterdam veel spannender. Werk en privé lopen nogal in elkaar over in de muziekindustrie en ik wilde mezelf ontwikkelen zonder invloeden van mensen om mij heen” vertelt de Rotterdammer.
“In mijn hoofd ontstond het idee dat ik hier allerlei geheime avonturen zou beleven, alleen is het mijn rustplek geworden. Mijn secret escape. Zo’n beetje in iedere Nederlandse stad heb ik een sociaal leven, behalve hier. En dat werkt voor mij. Daarnaast is de Rotterdamse mentaliteit erg fijn. Als gereserveerde Belg die altijd eerst de kat uit de boom kijkt, gaf die push mij het vertrouwen om deze stap te maken. Ik weet niet hoe dat nou precies gezegd wordt, maar het komt erop neer dat je dingen gewoon moet doen”, glimlacht Bonny.