21 oktober 2019
•
Interviews
•
Hans van der Maas
L’Asset: een muzikale reis op intuïtie
Daar is-ie dan: de nieuwe single Origami van L’Asset, de band rondom zangeres Tessa Lamers (26). Een lekkere catchy synthpop song die de komende tijd opgevolgd gaat worden door meerdere singles. Een bewuste keuze van Tessa en haar band, “want zo houd je de aandacht van de luisteraars langer vast dan bij een ep”. De Popunie sprak met Tessa in het WMDC.
Een bruisende plek aan de Pieter de Hoochweg vol met jonge mensen die later iets in de muziek willen gaan doen. Voor Tessa kwam hier in vier jaar alles samen. Op deze plek begon haar muzikale carrière pas echt. Daarom wilde ze hier afspreken voor het interview, hoewel ze ook getwijfeld had aan Rotterdam CS, omdat ze daar zo van onder de indruk was toen ze in Rotterdam kwam wonen. Nu nog trouwens, want als ze dat station uitloopt, voelt het alsof de wereld aan haar voeten ligt). Ze verhuisde in 2013 van het gemoedelijke Groesbeek (bij Nijmegen) naar de grote stad Rotterdam, waar alles anders was. Net toen ze gewend was, wilde ze weer dichterbij haar familie wonen en verhuisde ze naar Arnhem. Maar, nu wil ze toch weer terug naar Rotterdam (“Dus als iemand nog een woning weet”).
Eerst even over de nieuwe single. Wat is dat voor een nummer?
“Het is het begin van een serie singles die allemaal een kernwaarde van mij dragen. Origami, de song die al een tijdje op de plank lag en sinds 17 oktober uit is, gaat over het schaamteloos openstellen van mij naar de buitenwereld. Maar, er zit ook een sublaag in: de band die zich ontvouwt naar het publiek. Vanaf nu mogen we gezien en gehoord worden”.
Tussen je vorige single Ultraviolet en deze nieuwe single zitten ongeveer twee jaren. Wat heb je in de tussentijd gedaan?
“In ieder geval niet stilgezeten, haha. Ik was al hard bezig met de band, maar kwam erachter dat we nog niet ver genoeg waren om onze plannen uit te voeren. Het lukte niet om met onze boeker en producer verder te komen en daarom schoven we alle activiteiten voor ons uit. Ik belandde weliswaar niet echt in een gat, maar zat mezelf wel behoorlijk in de weg; ik wist niet hoe ik de juiste mensen moest aanspreken. Toen kwam het idee voor een ep, maar tijdens een writingcamp in Zweden herontdekte ik mijn intuïtie en kwam ik erachter dat een ep toch geen goed idee was. Vervolgens ontstond het idee van een serie singles, gespreid uitgebracht, waardoor we de aandacht van ons publiek langer kunnen vasthouden”.
Je hebt het over intuïtie. Hoe belangrijk is dat voor jou?
“Nu weet ik dat mijn intuïtie leidend mag zijn in de stappen die ik zet. Ik wil in mijn muzikale loopbaan ja zeggen zonder na te denken. Ik vertrouw op mijn intuïtie, want die is goed”.
Je groeide op in Groesbeek en kwam op je 20e naar Rotterdam. Hoe groot was die stap voor je?
“Groot. In tegenstelling tot mijn geboortedorp is Rotterdam heel druk en heel individualistisch. Waar ik vooral aan moest wennen was het tempo: iemand belt je op en zegt langs te komen. Of: je wordt geappt of je zin hebt om spontaan nog even last-minute naar dat ene feestje te komen. Dat was ik totaal niet gewend. Inmiddels ga ik veel meer met de flow mee”.
Hoe ben je in de muziek terechtgekomen?
“Vanaf mijn tweede trad ik op in de woonkamer, met een blok uit de blokkendoos als microfoon, en zong ik mee met onder andere Kinderen voor Kinderen. Daarna ging het allemaal nogal chaotisch en ongestructureerd. Ik heb klarinet gespeeld – omdat niemand anders dat deed – en ben ook bezig geweest met trompetles, zonder succes.
Ik deed een klassieke zangles, maar mocht tijdens de proefles alleen Altijd is Kortjakje ziek zingen. Uiteindelijk heb ik jaren goed en fijn zangles gehad bij Marijke Hörmann. Op mijn 14e schreef ik mijn eerste songs. Tijdens een jaartje Theaterschool heb ik geleerd alle gêne op het podium te verliezen. Ik wilde zo graag zangeres worden. Uiteindelijk belandde ik op het Rock City Institute in Eindhoven, de eerste opleiding die ik afmaakte. Daarachteraan slaagde ik ook bij Codarts, met goede cijfers. Tijdens die opleiding kwam alles samen”.
Zit de drukte in je hoofd je nog wel eens dwars?
“Ik hou mezelf aardig in toom en mijn creativiteit helpt me daarbij. Ik verzin altijd wel iets om de chaos te structureren en om dingen heen te werken, zodat ik weer vooruit kan ”.
Is die creativiteit een van jouw kernwaarden?
“Zeker ja. Het wordt dus ook een van de onderwerpen van de komende singles, net als diversiteit. Ik weet niet precies hoeveel singles we de komende tijd gaan uitbrengen, maar het zijn er in ieder geval vijf. Onze muziek is melodieus en catchy, maar heeft ook altijd een scherp/edgy randje. Wanneer ik een song heb geschreven waar dat voor mijn gevoel onvoldoende in zit, dan schrijf ik het er alsnog in. Ik hoop dat steeds meer mensen dat gaan waarderen en ons gaan volgen. Een toer door Europa of een succesvol festivalseizoen lijken me in de toekomst heel tof”.
Heb je in je muzikale loopbaan iets gehad aan de Popunie?
“Best veel. We hebben in de finale gestaan van de Sena Performers Grote Prijs van Rotterdam en ook op andere speelplekken waar de Popunie het initiatief inneemt. Verder heb ik aan een ‘Meet the pro’-sessie over marketing deelgenomen en ik heb bij hen gesprekken gevoerd over waar je als muzikant mee worstelt. Daar heb ik erg veel aan”.
Wil je tot slot je bandleden aan ons voorstellen?
“Op toetsen en synthbas hebben we Willem ’t Hart, Jos Tobé speelt drums, Stef Delbaere speelt gitaar en ik zing. Ik ben zo blij dat ik hen ben tegengekomen op Codarts. Met deze gasten ga ik mijn muzikale reis op intuïtie graag aan”.
De single Origami van L’Asset klinkt aanstekelijk en de melodielijn blijft steevast in je hoofd hangen. Probeer maar eens:
Copyright fotograaf: Dennis Vloedmans