Interview: Thijs van Leeuwen (Deer Sound Studio)

thijs-in-studioZo onaantrekkelijk en grauw als Rotterdam onder veel mensen bekend stond, zo vernieuwend en hip is de stad nu. Overal in de stad ontplooien zich creatieve initiatieven, waaronder in het westelijk gelegen Vierhavengebied. Rotterdammer Thijs van Leeuwen kwam op het lumineuze idee zich hier te vestigen met zijn Deer Sound Studio: een heerlijke plek waar mensen zonder tijdsdruk tegen een aantrekkelijke prijs kunnen opnemen. Onze kersverse reporter Kees Braam, die sinds kort mét Thijs in de band Certain Animals zit, tekende zijn verhaal op.

Het is vrijdagmiddag en Thijs zit lekker buiten van het zonnetje te genieten. De locatie waar we ons vandaag bevinden is De Fruitvis, gevestigd aan de Marconistraat op een steenworp afstand van metrostation Marconiplein. “Het is de perfecte plek om muziek te maken”, zegt hij trots. “Je bent niemand tot last en als we willen kunnen we tot in de kleine uurtjes doorwerken”.

Met zijn band Certain Animals heeft Thijs de studio- en repetitieruimte eigenhandig verbouwd. “Het was hier een aftandse zooi, maar toen we het aanbod kregen om een gedeelte van De Fruitvis te mogen verbouwen zagen we mogelijkheden”. Die aftandse zooi werd snel weggewerkt en maakte binnen enkele maanden plaats voor een volwaardige opname- en repetitieruimte. “Allemaal zelf getimmerd”, lacht Thijs trots.

Om optimaal gebruik van de ruimte te kunnen maken, kwam Thijs op het idee om Deer Sound, zijn eigen opname- en mixbedrijf, hier te vestigen. “Muzikanten die geen geld hebben om een dure studio te betalen, of het simpelweg niet nodig hebben, kunnen bij mij terecht”, vertelt hij. Een blik in de ruimte leert ons dat er geen concessies zijn gedaan als het om apparatuur gaat. “We hebben de beschikking over moderne en vintage apparatuur en kunnen daarom alle kanten op. Denk aan oude Vox en Fender versterkers, een prachtige microfooncollectie, een flinke effectpedalen-collectie en niet geheel onbelangrijk: een goed klinkende ruimte”.

De combinatie van nieuw en oud spreekt hem wel aan en biedt mensen alle ruimte om te experimenteren met geluid. Laat dat nou precies zijn waar van Leeuwen op uit is. “Bands betalen hier per nummer, ep of album. Hoeveel tijd erin gaat zitten maakt me dan verder niet uit, zolang het eindresultaat maar goed is”, vertelt hij. Het lijkt hem niet zozeer iets om richting de commercie te gaan en dat is op zijn minst een gezonde instelling te noemen. “Ik hoef er niet van te leven en vraag niet de hoofdprijs. Ik vind het ook belangrijk dat muzikanten van mij leren en ik van hen. Zo groei je elke dag in wat je doet”.

Er hangt een opmerkelijke sfeer in het pand. De ruimte van Deer Sound straalt rust uit en werkt inspirerend. Geen kille ruimte met felle lampen, maar knus en gezellig. Dat is tevens een aspect van het opnameproces waar Thijs sterk in gelooft. “Gedrevenheid, inspiratie en de kunde van een muzikant zijn veel belangrijker dan het prijskaartje van een microfoon”, spreekt hij tot slot.

Met Deer Sound spreekt Thijs van Leeuwen een specifieke doelgroep aan: muzikanten die fatsoenlijk en in alle rust willen opnemen, maar het budget niet hebben om een dure studio te betalen.

Wil je meer weten over de studio? Geef de studio een like op facebook

Tekst en foto: Kees Braam

Adeia

cover-serenity_adeiaSerenity
cd-album
metal
Layered Reality Productions

 

Spannende klassieke muziek en ruige metal hebben elkaar nooit gebeten. Met zowel viool en cello, als een zagende gitaar in de gelederen, creëert de Rotterdamse groep Adeia op haar tweede album Serenity een duistere psychologische horrorfilm voor de oren.

Metal. Ik bedoel METAL! Goed beschouwd staat dit genre nog voor rock zoals rock ooit bedoeld was. Het zoekt nog naar vrijheid en is vooruitstrevend, in plaats van geketend in retro-stramienen. Het kan nog baldadig zijn en provocerend en speelt zich voornamelijk af in een onafhankelijke en internationale wereld die zichzelf bedruipt met eigen labels en festivals: In feite is metal meer independent dan indie, en alternatiever dan alternative.

En juist in de indie-scene lijkt metal te worden geweerd. Geen Opeth of Sunn op boetiekfestivals, met rare gewichtige namen als ‘Knielen op een bed violen’ of ‘Hotel Macramé’ of weet ik veel. Vooralsnog zit er in Hilversum ook nog geen ‘De beste metalband van Nederland’ in de pen. Geen format immers, voor close ups van jankende juryleden en andere populaire emo-taferelen.

Misschien had Franc Timmerman wel soortgelijke gedachten toen hij zich aansloot bij de in Rotterdam gevestigde metalband Adeia. Nog te weinig mensen kennen hem als begenadigd gitarist/zanger bij onder andere Lenya en als singer/songwriter San Francisco. Zijn sterke en dromerige songs met een scherp randje, zouden moeiteloos passen op boetiekfestivals als ‘De gelukkige huisvrouw’ of ‘De ontdekking van de hemel’. Maar het is nu eenmaal dringen geblazen in die wereld en de concurrentie is moordend. In Adeia komt deze veelzijdige artiest nu tot bloei als ware stemkunstenaar die schel kan krijsen, diep kan grunten en warm melodieus kan zingen. Met zijn overtuigende vocale capriolen komt er een duistere en psychotische wereld of muzikale horrorfilm tot leven op Serenity.

Adeia werd opgericht door violist Laura ten Voorde, met het voornemen haar klassieke achtergrond te combineren met haar tweede liefde: metal. Zij vond een bondgenoot in cellist Ruben van Kruistum die tekende voor het merendeel van de nummers. Naast Timmerman werd Adeia aangevuld met gitarist Babe Wieringa, toetsenist Fabian Blomsma, bassist Dennis Burgemeester en drummer Christiaan Bruin. Een groep bekwame muzikanten die het idee van Ten Voorde om wrede black, avant-garde en death metal samen te brengen met muziek uit de Klassieke periode, goed aanvoelen. Het bijna 13 minuten klokkende openingsnummer Burning Skies is daar meteen een proeve van.

Na een geluid dat doet denken aan een slijptol, wordt er ingezet met een aantal halsbrekende breaks. Van daaruit wordt een zagende groove gevonden en doet een woest grommende Timmerman zijn intrede. In het refrein gaat hij over op melodieuze zang en klinkt de muziek ineens lyrischer.

Halverwege wordt de boel platgelegd voor een elektronische soundscape, klinkend als een inkijk in een helse dimensie van H.P. Lovecraft. De strijkers versterken en illustreren de riffs en domineren in klassieke intermezzo’s, maar geven ook spannende, bijna neurotische effecten mee aan bijvoorbeeld The Adjudicator – Part II. De teksten gaan zich niet te buiten aan bloed en geweld maar lijken eerder geïnspireerd door psychologische horror. En zo klinkt Serenity ook: nooit voorspelbaar, bezwerend en vol onderhuidse spanning.

Dat het nog jonge Adeia wereldwijd heel groot mag worden en vooral altijd zichzelf zal blijven. Het strak en inventief geproduceerde Serenity bevat daar alle ingrediënten toe.