“Dit zijn zware tijden voor de liefdevolle mens en dat verandert niet door je kop in het zand te steken.“ Een interview met zangeres Nathalie Houtermans van Katie Kruel naar aanleiding van de release The Rise and Fall of Cannibal Planet.
Op vrijdag 15 februari presenteert Katie Kruel haar (taalkundig onjuist, maar met zo’n bandnaam kan het natuurlijk niet anders) nieuwe album The Rise and Fall of Cannibal Planet tijdens een optreden op het voormalige Britse lichtschip V11 aan de Wijnhaven. Het heeft na de relatief minder donkere ep Curse, ruim twee jaar geduurd, voordat de vaste kern van de band, Nathalie Houtermans (zang) en Hans Dirksen-Smits (gitaar), de juiste toon (en nieuwe bandleden) gevonden hadden om het thematisch zware album The Rise and Fall of Cannibal Planet op te nemen.
Voor deze release vond de band een nieuw onderdak bij het label Seja Records en zocht voor de vormgeving samenwerking met de bekende Rotterdamse kunstenares Silvia B. Het resultaat mag er zijn en vormt nu al een van de meest bijzondere en gedreven platen van 2019. Zowel muzikaal als tekstueel valt het album op in eigenzinnigheid en diepgang (waarbij de dieptes soms extreem donker kunnen zijn). Reden genoeg om in gesprek te gaan met het gezicht en dé stem van de band, Nathalie Houtermans, die ook verantwoordelijk is voor de teksten.
Rob Veltman (RV): De titel van jullie nieuwe album doet in eerste instantie denken aan een spannende science fiction-film, maar in de titelsong wordt al vrij snel duidelijk, dat die planeet uit de titel onze eigen aarde betreft. Een planeet waarop, zoals de tekst zegt, de mensen “eat and are eaten, feed and are fed on” of men jaagt of (op)gejaagd wordt. Eigenlijk komt dit thema op het hele album meerdere malen terug. Is het zo slecht gesteld met de mensheid volgens Katie Kruel?
Nathalie Houtermans (NH): Met de mensheid niet, maar wel met de huidige gesteldheid van de (westerse) mens: neoliberalisme, consumptiemaatschappij, verregaande individualisering.
The Rise and Fall of Cannibal Planet kaart eigenlijk op microniveau aan hoe een politiek-maatschappelijk systeem – dat gebaseerd is op een extreem egoïstisch denken, geleid door narcistische leiders – doorwerkt: de destructieve werking op onze directe, dagelijkse omgang met andere mensen en met onze omgeving. Als je je naaste en de rest van ons ecosysteem ‘consumeert’, consumeer je jezelf uiteindelijk ook. Je maakt tenslotte deel uit van dat ecosysteem, hoe hard men het ook vaak probeert te ontkennen. Dit zijn zware tijden voor de liefdevolle mens en dat verandert niet door je kop in het zand te steken.
RV: Welke rol zie je weggelegd voor een band als Katie Kruel? Wat kan jullie muziek betekenen?
NH: Dit is volgens mij niet de tijd voor lekker cocoonen met wollige liefdesliedjes, noch voor uitgeholde apocalyptische visioenen uit een sprookjesversie van het Satanisme of met een wereld vol zombies. Dit is harde realiteit.
Ik kan zelf niks met pamfletisme in welke artistieke uiting dan ook, dus ik probeer mijn gevoelens te vertalen naar songs, die op menselijke schaal laten doorvoelen wat de gevolgen zijn van ons gedrag. Ik hoop dat het louterend werkt voor de mensen die ervoor open staan en een heel klein beetje effect heeft op het gedrag van die mensen of op zijn minst steun geeft. Voor de rest heb ik, samen met de band, gewoon geprobeerd hele goede songs te schrijven, die niet van je afglijden, maar onder je huid kruipen.
RV: Het album begint met een bewerking van een Schots-Amerikaanse traditional die eerder ook gecoverd werd door ondermeer Karen Dalton en Nick Cave. In het nummer is Katie Cruel een vrouw die eerst gevierd en daarna met de nek aangekeken wordt. Onmachtig om verkeerde keuzes uit het verleden te keren en niet in staat om toekomstdromen te verwezenlijken. Rusteloos. (“If I was where I would be. Then I’d be where I am not. Here I am where I must be. Where I would be, I can not”). Het nummer is eigenlijk al een voorafschaduwing van de nummers erna, waarin steeds gezocht wordt naar een eigen plek, rust en stilte en vooral ook lucht.
NH: Mooi gezegd. Het nummer Katie Cruel is de reden waarom wij Katie Kruel heten. De versie van Karen Dalton sloeg bij mij in als een bom. Toen ik het voor het eerst hoorde had ik een aantal zeer heftige jaren achter de rug, waarin ik weinig contact met de buitenwereld had. Ik stapte vervolgens vol goede moed weer de wereld in en merkte dat er totaal anders op me werd gereageerd dan voorheen. Het nummer, zeker gezongen door Karen Dalton, belichaamt dat gevoel heel goed. Een van de acties om die onmacht te doorbreken, was het beginnen van een nieuwe band met Hans. We maken al een eeuwigheid samen muziek, zowel in bands als daarbuiten en het was hoog tijd voor een frisse start.
Katie Cruel als een geuzennaam toe-eigenen was daarbij een logische stap. De C veranderen in een K leek ons cool en ook handig om op internet sneller gevonden te worden.
RV: Adem(en) is een ander thema dat vaak terugkomt in de teksten. Het nummer Asphyxiation is een vertelling over de wijze waarop de uitdrukking “take my breath away” een wel heel letterlijke betekenis krijgt. In het titelnummer zing je vervolgens “breathing is for the meek”. Kan je uitleggen wat je hiermee bedoelt?
NH: De inspiratie voor de teksten van de nummers komt bijna altijd tot stand door een combinatie van associaties, flarden van dingen die ik zie, hoor of meemaak. Asphyxiation is bijvoorbeeld beïnvloed door mijn voorliefde voor murder ballads en ultratrage detectiveseries, maar vooral ook door een situatie in mijn leven waarin mij eerst figuurlijk en daarna helaas ook letterlijk de adem werd weggenomen. Andere referenties aan ademen, ook bij de song Cannibal Planet, zijn ook daarop terug te voeren.
RV: Een van de meest bijzondere nummers op het album is voor mij het nummer Still dat niet alleen opvalt door de instrumentatie met cello [prachtig bespeeld door Nina Hitz; RV] maar ook door het enorme contrast door de schreeuw om stilte en de rust die daarop volgt. Ik heb de indruk dat het hier om zowel de rust en stilte buiten als binnen (“quiet in my head”) gaat.
Ook in het nummer The March zing je op zoek te zijn naar “quietness and peace” in het midden van de nacht.
NH: Still is een van de, tekstueel gezien, meest geïmproviseerde nummers van het album. Dat is bewust zo: de tekst verandert steeds naar gelang het perspectief waarvan uit ik zing. Maar in grote lijnen gaat het om een noodschreeuw om even alles stop te zetten: alle drukte van binnen en buiten. Het stoppen, de stilte en rust, zijn als een vorm van verzet tegen de enorme overvloed aan prikkels die onze hersenen doen koken. Still is ook heel bewust het middelpunt van het album, het moment waar nog contemplatie mogelijk is, in de songs daarna vliegt alles definitief uit de bocht.
Bij The March is het meer het vredige van de nacht zoeken, omdat binnen vier muren geen rust te vinden is. De rust van The March is niet het stilstaan, maar de cadans, het ritme van het lopen en de herhaling, die de rust voor het hoofd moet brengen. Vandaar ook die extreme vorm van slagrijm: steeds hetzelfde laatste woord bij de regels van de coupletten.
RV: De liefde komt er wat bekaaid van af op deze plaat. Naast het genoemde Aspyxiation waarin de liefde uiteindelijk leidt tot moord, bezing je in Blemish een vrouw in een relatie die getypeerd wordt door huiselijk geweld. Het nummer Lover (dat ook de eerste single was met een sterke videoclip) lijkt nog het meest op een lovesong, alhoewel het mij toch meer om de pure zinnelijke liefde gaat, waarin het gaat om overweldigen en overweldigd worden. Of vergis ik mij?
NH: Blemish gaat over een vrouw die zichzelf niet meer herkent in de spiegel, een vorm van depersonalisatie. De man in het verhaal kan de boosdoener van het trauma zijn, maar kan ook een beeld zijn dat uit die depersonalisatie voortkomt. De vrouw heeft het gevoel alsof ze zich in een film noir bevindt. Is ze dit zelf of speelt ze in een film? Liefde is hier inderdaad ver te zoeken.
Niet alleen de liefde komt er bekaaid af overigens op het album, maar alle intermenselijke relaties, maar in de liefde is het narcisme waarover ik hierboven spreek, het meest destructief.
Grappig dat je Lover zo interpreteert: voor mij heeft het veel meer te maken met de verwoede pogingen om voorbij de woorden te komen, voorbij het denken te belanden. Ik zie het niet als overweldigen, maar als hartstochtelijke poging om te versmelten met iemand, dus juist zo dicht mogelijk tot elkaar te komen. Het punt waar het verstand overgaat in lichaam.
RV: Genoeg over de teksten, ook de muziek vormt een onlosmaakbaar element wat betreft het thema. De band heeft in de afgelopen jaren wat personeelswisselingen beleefd. Met dit album lijkt Katie Kruel de juiste vorm gevonden te hebben door de geheel nieuwe ritmesectie (bas en drums).
In vergelijking met de uitstekende voorganger, de ep Curse, lijken jullie deze keer gekozen te hebben voor een zwaarder en donkerder geluid.
NH: Ja inderdaad. We zochten al jaren naar een zwaarder geluid, maar als je niet in clichés wil vervallen en echt naar een eigen geluid zoekt, is het moeilijk om daar de juiste combinatie van muzikanten bij elkaar te vinden. Probeer maar eens mensen te vinden bij vage ideeën als het hypnotische van stoner, het zware van sludge, het donkere van doom en het zompige van swamp blues, maar dan niet binnen het standaardidioom van dergelijke genres.
Hans en ik zijn heel erg blij met Martin [Kooy] en Jacob [van der Linden], onze huidige ritmesectie en zij ook met ons hoop ik. Muzikaal gezien, maar ook qua persoonlijkheden klikt het verrassend goed, terwijl we toch nogal uiteenlopende, rare types zijn.
Die eigenwijsheid is trouwens bijzonder onpraktisch omdat het totaal onmogelijk blijkt om ons in een genre onder te brengen, hetgeen blijkbaar nogal een probleem is voor programmeurs e.d. Terwijl we een publiek hebben dat daar blijkbaar geen moeite mee heeft.
RV: Voor dit album kozen jullie opnieuw (zoals ook eerder bij Curse) voor Chris van Velde als producer. Wat maakt dat de keuze juist opnieuw op hem gevallen is. Wat is zijn invloed op het uiteindelijke geluid van het album?
NH: Chris is echt een heel erg fijn mens om mee te werken. Naast zijn hele specifieke kwaliteiten als geluidstechnicus en producer, vind ik dat persoonlijk echt heel erg belangrijk. Hij denkt heel goed mee en geeft geweldige suggesties (zoals bijvoorbeeld het gebruik van (analoge) bandecho bij een paar nummers), maar drukt nooit zijn mening door. Bovendien staat hij voor een soort rauw, ongepolijst geluid waar we heel erg van houden. We wilden niet een soort standaard breed metalgeluid maar juist het donkere, het zware zoeken in een geluid dat heel dichtbij komt, dat onder je huid gaat zitten. In plaats van een geluidsmuur die op je af komt. En dan moet je Chris hebben, dus.
RV: Het artwork voor de cd, van de Rotterdamse kunstenares Silvia B., is werkelijk prachtig en sluit naadloos aan bij de thematiek van het album. Hoe kwamen jullie in aanraking met haar werk?
NH: Ik ken Silvia al heel erg lang, nog van de tijd dat ik zelf op de kunstacademie zat. Ik bewonder haar werk al jaren, maar was nooit in de gelegenheid om haar uit te nodigen voor een van mijn projecten [naast muzikant is Nathalie ook curator en initiator van kunstprojecten; RV]. Het leek me leuk om er een traditie van te maken om een kunstenaar uit te nodigen om een special edition te maken bij iedere nieuwe release. Daar zijn we met onze cassette van de ep Curse mee begonnen met Marie-Louise Elshout en dat is goed bevallen. Het bleek dat Silvia onze muziek ook goed vond, toen ze bij een optreden aanwezig was. Toen heb ik een beetje verlegen gevraagd of ze mee wilde werken aan een special edition. Ze bleek superenthousiast en leverde beeldmateriaal als idee aan. Een aantal beelden dekte perfect de lading van het album en gebruiken we nu, en niet alleen voor de special edition.
RV: Het album komt uit bij Seja Records, dat met name bekend is door releases op het gebied van (post)punk en darkwave. Jullie album valt niet direct in een van deze categorieën.
NH: We kennen Seja Records via een vriend, die samen met de eigenaar van Seja, Johan Buurke, een psychedelische punkband heeft, The Reuters. Seja mag dan wel heel een hele specifieke identiteit hebben, Johan heeft een veel bredere smaak. Het bleek dat hij op zoek was naar zwaarder werk, zonder echt de donkere sfeer los te laten en vond Katie Kruel een perfecte band daarvoor. Bovendien vond hij de album opnames die we hem stuurden echt oprecht geweldig, dat was natuurlijk het belangrijkste voor ons. Het is dus voor beide partijen wel even spannend of het publiek ons weet te vinden via Seja, maar we hebben er alle vertrouwen dat dit gaat lukken.
Het album The Rise and Fall of Cannibal Planet is vanaf 15 februari verkrijgbaar op cd of als digitale download
Volg Katie Kruel op Facebook voor het laatste nieuws en shows en kijk ook eens op hun website!
De presentatie van het album vindt plaats op 15 februari in V11 en Katie Kruel zal daar vergezeld worden door een aantal gasten, waaronder waaronder Teenage Slaves of Satan, het illustere samenwerkingsverband tussen Rotterdammer Ed Romijn en Limburgse kunstenaar en muzikant Joan van Barneveld (Viberider).
Ook zal er werk van de Rotterdamse kunstenares Silvia B., die verantwoordelijk is voor het prachtige artwork, geprojecteerd worden.