Anderen muziek laten horen is belangrijker dan het nieuws. Dat is hoe het voor mij is. Rij ik in een Greenwheels autootje dan gaat het raam open wanneer de plaat van het moment aanstaat.
Mijn omgeving gaat soms gebukt onder de schrale geluiden die mijn iPhone voortbrengt wanneer ik weer een ontdekking afspeel. “Pap, zet dat nou af” zeggen mijn kinderen. “Klinkt zo schel”. Mijn antwoord “vergeet dat geluid even, dit is toch een geweldig nummer!” maakt meestal minder indruk dan de schaamte die het blijkbaar teweegbrengt wanneer een vader herrie maakt op straat.
Vroeger maakte ik ‘mixtapes’, cassettebandjes met een verzameling liedjes die voor mij bij elkaar hoorden, een verhaal vertelden. Onlangs las ik in een zaterdagbijlage van een ‘betere krant’ dat jongeren dat deden om indruk te maken op hun vrienden of om iemand te versieren. Ben ik het niet mee eens. Ik kon me niet voorstellen dat mijn vrienden hun leven zonder de liedjes die ik opnam, moesten doorbrengen. We gingen gezamenlijk veel concerten af en brachten elkaar op de hoogte wanneer een band ontdekt werd die de moeite waard was. Dan was het bijna een verplichting voor mij om die nieuwe band of ons nog onbekende artiest onder de aandacht te brengen bij meer muziekvrienden. Het doel: levensverbetering.
Mijn vrienden snapten alleen niet altijd dat ik hardcore/ thrashmetal op die tapes liet volgen door Rotterdamse liederen en een houseplaat. Neo-rockabilly mixte met witte soul en reggae. Hip Hop combineerde met Nederbeat en Top-40 muziek. Klinkt niet eens zo bijzonder in 2018 maar ik praat 1988. In die tijd had je nog hokjes.
Je hoorde bij de ene muziekclub of bij een ander. Grappige was dat ik zelf ook zo dacht als ik een persoon zag bij een optreden of in de muziekcafé’s waar ik kwam. “Waar hoor jij bij, welke ‘stam’?” was mijn gedachte wanneer ik iemand niet direct kon plaatsen. Gebaseerd op uiterlijk. Terwijl ik psychobilly en hardcore combineerde in mijn uiterlijk en thuis keihard Mantronix draaide (hiphop met electro/ house).
Vanaf het moment dat ik echt voor een publiek ging werken als dj heb ik meermalen gehad dat ik een nummer wilde laten horen, omdat dat op dat moment zoveel indruk op me maakte. Snel leerde ik dat mensen vaak niet open staan voor totaal andere muziek als ze gewend zijn voorgeschoteld te krijgen. Groot gelijk, je gaat niet naar een gitaren-muziekcafé om elektronische muziek voorgeschoteld te krijgen. Of andersom. Zelfs al zou de dj je mee op reis nemen door muziekland en uiteindelijk toch weer terechtkomen waar jij op rekende.
Waarom eigenlijk niet?
Okkie Vijfvinkel (1968) is net als Obelix bij zijn geboorte in een ketel met toverdrank gevallen. Vandaar dat hij al van jongs af als een bezetene in de weer is. Vooral met muziek! Door zijn eeuwige aanwezigheid in het uitgaansleven, zijn dj-werk en zijn avonturen als zanger en drummer van diverse bands, is hij een niet meer weg te denken steunpilaar uit de Rotterdamse muziekscene.
copyright foto: Jeroen Moerdijk