Giorgio Oehlers – ‘Ego’ And The Art Of Letting Go

  • 'Ego' And The Art Of Letting Go

  • Giorgio Oehlers

Videomaker. Skater. Huisman. En muzikant. Giorgio Oehlers, slechts 27 lentes jong, vuurt vanaf Katendrecht al jarenlang zijn indrukwekkende lading talenten af op de wereld, variërend van prijzenwinnend grinden op zijn skates tot het binnenslepen van de Sena Grote Prijs van Rotterdam in 2016 (categorie Electronics).

Oehlers heeft als beatmaker een enorme collectie fragmenten gemaakt, maar slechts weinig daarvan afgerond tot tracks. Daar moest zijn eerste echte ep verandering in brengen, vertelde hij begin dit jaar in gesprek met de Popunie. “Ik vond dat ik nu dingen moest gaan afmaken. Ik heb de beste uitgekozen en ben daarmee aan de slag gegaan.”

En dus is daar nu ‘Ego’ And The Art Of Letting Go, een vierkoppige release op Darker Than Wax uit Singapore. Oehlers biedt daarop een mix van funk (Ego Groove), hiphop (Sun Cruiser), elektronica (Strangers) en jazz met samba-invloeden (Egoista). Dat is ook gelijk een van de fijne punten aan deze ep: de variatie is enorm.

Bovendien is Oehlers een bovenmatig getalenteerde producer die elk van die stromingen technisch gezien perfect uitvoert. De geluidskwaliteit is absurd, de instrumenten klinken kraakhelder en de composities zijn prachtig gelaagd. Elke nieuwe luisterbeurt levert nieuwe ontdekkingen op, variërend van een subtiele kraak in de achtergrond tot een fluisterende baspartij.

Wat de Katendrechter alleen mist, is een stevige smoel in zijn werk. ‘Ego’ And The Art Of Letting Go kun je in elk gezelschap en op elk moment opzetten voor een plezierige achtergrond, maar het gebeurt bijna nooit dat de ep écht je aandacht vraagt en zichzelf op de voorgrond zet. Dat is superjammer, want als Oehlers dat zou doen, dan ligt het domein van gerenommeerde voorvaderen als Jazzanova en Kruder & Dorfmeister of huidige iconen als Taylor McFerrin en Guts binnen handbereik.

Op naar de langspeler dus, inclusief drie snoeiharde hits. Moet een peuleschil zijn voor een multigetalenteerde jongen als Oehlers.

Download/stream Giorgio Oehlers’ ep hier.
Lees het interview van Popunie met Giorgio Oehlers.

Loudness – the myth, the saga, the story (part 3)

De loudness war begon midden jaren ’90 en duurde tot ver in de huidige eeuw. Anno 2017 raken we steeds meer verlost van de onhebbelijke drang om muziek harder te laten klinken dan de concurrent.

Geluidskwaliteit mag als iets moois worden gezien en muziek mag weer muziek zijn in plaats van een door marketing gedreven instrument om mensenmassa’s te bereiken. Wel zijn we muziek anders gaan beleven en ervaren. Zo is de smartphone met oordoppen (of hele grote hoofdtelefoons met nóg grotere schelpen) niet meer uit het straatbeeld weg te denken.

Het einde van de loudness war komt -net als het begin ervan- door een combinatie van factoren. Veruit de belangrijkste factor is loudness normalization. Dit zorgt er voor dat alle songs van een playlist globaal even hard klinken. Waarom zou je dan nog een nummer harder willen laten masteren? Sterker nog, hoe harder gemasterd, hoe meer de algoritmes van onder andere Spotify en iTunes ingrijpen om het volume te corrigeren (lees: verlagen) tot het level van de andere tracks.

Loudness normalization, door Apple naar het Nederlands vertaald als geluidscontrole. Een dermate lullige en simplistische term die kant noch wal raakt en de volgende dag alweer vergeten is. Toch is het wel degelijk een van de belangrijkste vredestichters in oorlogstijd.

Een andere anti-loudness war-factor is de opleving van vinyl. Dit is heel simpel: vinyl kent duidelijke grenzen aangaande het volume. Nummers waar een limiter als een malle overheen is gegaan klinken -als ze al door de kwaliteitscontrole komen- belabberd op vinyl. Daarnaast worden de groeven van de plaat breder door het hoge volume (meer basfrequenties) waardoor de speelduur afneemt en de naald meer moeite heeft om de groef van de plaat te kunnen volgen.

Er zijn nog wel meer factoren die een rol spelen bij de beëindiging van de loudness war, maar ik zal jullie niet lastig vallen met technische termen als LUFS, LKFS, EBU R128 etc.
Mocht je hier meer over willen weten, zoek in Google eens op ‘loudness Camerer’ en je vindt een goed en duidelijk geschreven document wat ingaat op de technische aspecten van loudness (o.a. metering en normalization). Hoewel reeds geschreven in 2010 is het nog steeds actueel.

Daarnaast heeft Eelco Grimm, docent aan de HKU, een schitterend white paper geschreven met aanbevelingen voor loudness normalization, inclusief het belang van album normalization ten opzichte van track normalization. Kijk op www.music-loudness.com, daar vind je de paper.

De loudness war heeft ruim 20 jaar huisgehouden. Ongelooflijk als je er over nadenkt. Gelukkig stemt het toekomstperspectief ons hippies positief: lossless (of zelfs Hi-Res) muziek streamen, zonder gedoe over hoe hard het liedje is en al dan niet met een mooi clippie erbij.
Het leven is mooi. La vita è bella.